Documente online.
Zona de administrare documente. Fisierele tale
Am uitat parola x Creaza cont nou
 HomeExploreaza
upload
Upload




Armoedeprofiel

Olandeza


Armoedeprofiel

Eline Kamphuis 0455326

Inleiding



In de afgelopen decennia zijn er veel veranderingen in het benaderen van de armoede geweest. Het debat van wat armoede precies inhoudt, waarom zij voortduurt en hoe zij bestreden kan en zou moeten worden, heeft tot een aantal nieuwe wijzen van benadering, en herzieningen van begrippen en methodes binnen de armoedebestrijding geleid. Ik zal in dit armoedeprofiel beginnen met een operationalisering van deze verschillende armoedebenaderingen en -begrippen. Vervolgens zal ik een koppeling aan de casus van Ghana maken, door een positie in te nemen en te bepleiten waaruit blijkt waarom welke benadering het beste is voor deze casus.

Armoedebenaderingen en -begrippen

Ondanks dat armoedebestrijding al meer dan 40 jaar een belangrijke plek op de internationale politieke agenda inneemt, blijft een grote ongelijkheid in welvaart in de wereld bestaan. Er is een scala aan manieren ontwikkeld om de armoedeproblematiek te omvatten en zo adequaat mogelijke methodes te ontwikkelen om haar te bestrijden. In de jaren '80 ging de aandacht v 14214i82o an armoedebestrijding vooral naar economische capaciteit. Armoede werd benaderd als iets getalsmatig, d.w.z. een bepaald inkomen en voldoende geld om goed en toereikend voedsel te kunnen kopen. Later werd ook de toegang tot andere basisbehoeften zoals infrastructuur, gezondheidszorg en sanitair in deze statistieken opgenomen (MacPherson en Silburn 1998). Het voordeel van deze kwantitatieve benadering voor de analyse van armoede is de tastbaarheid van statistieken, de onafhankelijkheid van menselijke perceptie en het bewijs van een goed mechanisme voor generalisatie bij het vergelijken tussen de landen. Daarom is deze wijze van vastlegging van armoede nog steeds erg populair. Kanbur laat echter zien dat een kwantitatieve benadering van armoede onvoldoende is. Hij zegt dat statistieken variatie verdoezelen, ten eerste omdat de armoedeongelijkheid per regio niet aan het licht komt met een armoedelijn op basis van het gross domestic product (GDP), welk alleen op nationaal niveau naar armoede kijkt. Ten tweede kan het volgens het GDP lijken dat er grote armoedetoename of -afname is, terwijl dit wellicht via een bevolkingafname of -toename kan worden verklaard. Bovendien wordt er bij het gebruik van statistieken geen aandacht besteed aan hoogdrempeligheid bij de toegang tot verbeteringen van instituties of de participatie in een vrijere markt. Dit kan zijn door geografische belemmeringen, discriminatie op etnische achtergrond of analfabetisme. Hierdoor is er misschien wel sprake van groei, maar deze is niet equitable (billijk) (Kanbur, 2004: 1-6). Bij dergelijke ontwikkelingen is het dus belangrijk dat er een soort van mainstream van pro-poor plaatsvindt. Tenslotte is er met het gebruik van statistieken geen aandacht voor het bestaan van een uitgebreide informele sector waarbinnen wel veel armen actief zijn (Koonings, 2007: 2). De status van deze aspecten van armoede kunnen alleen worden vastgelegd doormiddel van verhalen vanaf microniveau van de armen zelf.

Een kwalitatieve benadering door middel van participatief onderzoek[1] kan wel dit multi-dimensionele karakter weergeven. Door te vragen naar verklaringen die armen voor hun situatie geven wordt een ander perspectief op asymmetrie verkregen. De verklaringen en meningen over armoede van armen zelf zijn anders dan die van instituties (Schulpen en Visser, 2004: 3). Ook kunnen factoren van genderongelijkheid en sociale uitsluiting op basis van etnische of leeftijdsachtergrond naar voren komen, terwijl een kwantitatieve benadering generaliseert op basis van huishoudens of individuen (Narayan et al., 1999: 2-7), (Koonings, 2007: 2). Sociale uitsluiting laat zien dat armoede onderdeel is van sociale processen en kan een oorzaak of gevolg zijn van armoede (Koonings, 2007: 2) Door te kijken naar de psychologische effecten van armoede kan bovendien het gedrag van armen beter worden verklaard, zoals criminaliteit en de invloed van een familienetwerk. Het geeft ons maatstaven om deze effecten te waarderen, namelijk dat ze mensen wel uit de nood helpen, maar niet voor de lange termijn zijn (Narayan et al., 1999: 3).

Echter nadelen van een kwalitatieve studie zijn de heterogeniteit van meningen, visies en ideeën per persoon of locatie waardoor deze informatie lastig te generaliseren is. Bovendien is het verkrijgen van kwalitatief onderzoeksgegevens mensenwerk en worden de gegevens hierdoor meer bepaald door de perceptieachtergrond van de onderzoeker (Narayan et al., 1999: 7).

Kwalitatief onderzoek naar armoede kijkt naar andere factoren die een rol bij armoede spelen dan de kwantitatieve benadering. Het geeft als het ware de mogelijkheid van een bredere kijk op armoede waardoor betere strategieën en methodes kunnen worden ontwikkeld. Desalniettemin blijft een uiteenzetting van armoede vanaf macroniveau ook belangrijk om zo een vergelijking te maken met andere landen en de veranderingen niet alleen vanuit de ervaring maar ook met cijfers te onderbouwen. Daarom acht ik het van belang zowel de kwantitatieve als de kwalitatieve in een armoedeprofiel op te nemen.

Armoede en sociale uitsluiting in Ghana

In dit armoedeprofiel zal ik nu uitgebreid ingaan op de vergelijking tussen kwantitatief en kwalitatief materiaal over armoede in Ghana. Hierbij maak ik van twee armoedeprofielen gebruik. De eerste is een rapport dat in 1995 door de Wereld Bank samenwerking met de overheid van Ghana geschreven is genaamd: Ghana: Poverty past, Prestent and Future in dit rapport staan zowel PPAs als huishoud surveys. Het tweede is ook van de wereld bank Ghana 2000 and Beyond: Setting the Stage for Accelerated Growth and Poverty Reduction en komt uit 1993.

Ghana wordt door de Wereld Bank gezien als een maatstaf voor andere landen in Afrika (Wereld Bank, 1993: 4). Al zijn er in de afgelopen jaren wat macro-economische onevenwichtigheden op het gebied van democratisering, op het gebied van vrije markt, privatisering van bedrijven en economische groei loopt Ghana voorop (Wereld Bank, 1995: 23). Echter door corruptie en hoogdrempeligheid van overheidsinstituties blijkt dat deze groei en de hiermee samenhangende rechten niet voor iedereen toegankelijk is en er dus geen trickle down is (Koonings, 2007: 4). Hierdoor groeit de relatieve armoede juist doordat veel mensen het gevoel hebben dat ze niet mee kunnen met de groei van het land die ze om zich heen zien. Ze krijgen het gevoel van section of the fittest en dat alleen de rijkste over zullen blijven, omdat zij door een gebrek aan opportunity niet mee kunnen komen (Narayan et al., 1999: 180).

De frequentie waarin armen profiteren van sociale overheidsuitgaven is onvoldoende. Urbane burgers zijn instaat om hier meer van te profiteren dan de rurale inwoners en door een gebrek aan infrastructuur kunnen deze uitgaven ook niet op de plek waar deze voorzieningen nodig zijn komen. Het wordt dus van belang geacht pro-poor maatregelingen hiervoor te nemen om zo het beleid meer equitable te maken (Wereld Bank, 2000: 32). Uit gegevens van de armoedelijn blijkt dat 60% van de armoede zich bevindt in de in het noorden van Ghana in de rurale savanne en rurale bosgebieden. Echter uit de PPAs wordt dit verschil in de armoede helemaal niet zo groot gezien (Wereld Bank, 1995: 12-15). Ondanks het gebrek aan gezondheidszorg en schoondrinkwater wordt het hechte familienetwerk en sociaal kapitaal in rurale gebieden sterk gewaardeerd en noemen mensen in de steden hun situatie arm doordat zij veel minder waardigheid hebben. Ze moeten elk baantje dat ze kunnen krijgen aanpakken dit terwijl ze weten dat ze niet correct betaald noch behandeld worden dit tast hun dignity aan Narayan et al., 1999: 193).

Bovendien komt met de informatie uit kwantitatieve rapporten die zijn gebaseerd op een algemeen gemiddelde en huishoud surveys niet naar voren dat er ook veel gender ongelijkheid is . Vrouwen spelen een heel belangrijke rol in de agrarische productieproces, vaak om hun eigen familie te voeden, waar ze de gehele zorg voor dragen met koken, hout sprokkelen en voor water halen. Ze bevinden zich daardoor in een extra zwakke positie binnen een omgeving die al arm is. Vrouwen vinden echter van zichzelf vaak dat ze geen zwakkere positie hebben omdat ze trots zijn dat ze zo veel kunnen doen voor hun gezin (Wereld Bank, 1995: 10).

Conclusie

Ik denk dat de informatie die met kwantitatief onderzoek over armoede wordt opgedaan voor goed is om een soort algemene trend of vooruitgang aan te geven, omdat met cijfers een betere onderbouwing mogelijk. Kwalitatief onderzoek daarentegen blijft altijd afhankelijk van menselijke perceptie hetgeen moeilijker generaliseerbaar is. Bovendien laat deze case van Ghana zien dat kwantitatief onderzoek een andere inslag kan geven en andere problemen aan de kaart kan stellen dan zoals het wel dan niet bestaan van regionaal verschil in Ghana. Desalniettemin denk ik dat kwalitatief onderzoek essentieel is bij armoedebestrijding, omdat dit de visie van de armen zelf kan laten zien die anders, deze is toch essentieel omdat hun situatie uiteindelijk zal moeten veranderen en het beleid zal moeten worden geaccepteerd en begrepen om het beoogde doel te behalen.

Bibliografie

MacPherson, Stewart & Richard Silburn (1998) 'The meaning and measurement of poverty.' In John Dixon & David Macarov, red. Poverty. A Persistent Global Reality. Londen & New York: Routledge; pp. 1-19

Narayan, Deepa et al. (1999) 'Can anyone hear us? Voices from 47 countries'. Volume 1 of Voices of the Poor; Washington: World Bank (Poverty Group).

Schulpen, Lou & Rob Visser (2004) Poverty, development cooperation and the way forward. Mimeo.

Wereld Bank (2000): World Development Report 2000/2001 "Attacking Poverty". New York: Oxford University Press for World Bank. Hiervan hoofdstukken 1 en 2; pp. 15-41 (27 pp.)

Internet:

Wereld Bank (1995)Ghana: Poverty past, Prestent and Future

https://web.worldbank.org/WBSITE/EXTERNAL/TOPICS/EXTPOVERTY/EXTPA/0,,contentMDK:20204412~menuPK:435735~pagePK:148956~piPK:216618~theSitePK:430367,00.html

Wereld Bank (1993)Ghana 2000 and Beyond: Setting the Stage for Accelerated Growth and Poverty Reduction https://web.worldbank.org/WBSITE/EXTERNAL/TOPICS/EXTPOVERTY/EXTPA/0,,contentMDK:20204450~menuPK:435735~pagePK:148956~piPK:216618~theSitePK:430367,00.html

Hoorcollege

Koonings, Kees (2007) Armoede en sociale uitsluiting: College 4 De (mensen)rechtenbenadering Universiteit Utrecht

Koonings, Kees (2007) Armoede en sociale uitsluiting: operationalisering in onderzoek en beleidsstrategieën Universiteit Utrecht



Zoals dat wordt gedaan in de Participatory Poverty Assesments van de wereld bank (Narayan et al., 1999: 2-7).


Document Info


Accesari: 3749
Apreciat: hand-up

Comenteaza documentul:

Nu esti inregistrat
Trebuie sa fii utilizator inregistrat pentru a putea comenta


Creaza cont nou

A fost util?

Daca documentul a fost util si crezi ca merita
sa adaugi un link catre el la tine in site


in pagina web a site-ului tau.




eCoduri.com - coduri postale, contabile, CAEN sau bancare

Politica de confidentialitate | Termenii si conditii de utilizare




Copyright © Contact (SCRIGROUP Int. 2024 )