Documente online.
Zona de administrare documente. Fisierele tale
Am uitat parola x Creaza cont nou
 HomeExploreaza
upload
Upload




Maktub - Paulo Coelho

Olandeza


ALTE DOCUMENTE



"Maktub"

Vertaling Stefaan Pennynck

(met dank aan Siska Gorissen voor nazicht)

Alle rechten voorbehouden.

© Paulo Coelho

"Maktub" betekent: "Het staat geschreven".

De Arabieren vinden "Het staat geschreven" geen goede vertaling.

Immers, hoewel alles geschreven staat, God is barmhartig en schreef het enkel om ons te helpen.

De dwaler is in New York. Hij heeft zich overslapen, een afspraak gemist en wanneer hij het hotel verlaat, ziet hij dat zijn auto weggesleept is door de politie. Hij is te laat voor zijn afspraak, de lunch loopt uit en hij denkt aan de boete die hij zal moeten betalen. Het zal hem een fortuin kosten.

Plots denkt hij terug aan het dollarbiljet dat hij de dag tevoren op straat gevonden heeft. Hij ziet een eigenaardig verband tussen het dollarbiljet en wat er hem die morgen overkomen is. "Misschien heb ik dat geld gevonden, voordat de persoon voor wie het bedoeld was de kans gehad heeft? Misschien heb ik het biljet weggenomen van het pad van iemand die het echt nodig heeft. Wie weet heb ik niet wat geschreven is, doorkruist?"

Hij voelt de behoefte zich van het biljet te ontdoen en ziet op dat ogenblik een bedelaar op het voetpad. Hij geeft hem vlug het biljet en het voelt alsof hij de zaken weer in evenwicht gebracht heeft

"Momentje", zegt de bedelaar, "ik wil geen aalmoes. Ik ben een dichter en wil je een gedicht voorlezen in de plaats." "Wel, neem een kortje, want ik heb haast", zegt de dwaler.

De bedelaar zegt, "Als jij nog steeds leeft, is het omdat je nog niet terecht bent waar je zou moeten zijn."

Denk aan de rups.

Het grootste deel van zijn leven brengt hij door op de grond, bang van vogels en beschaamd in zijn lot en uitzicht.

"Ik ben het uitschot van alle schepselen", denkt hij, "lelijk, afstotelijk en gedoemd om langs de grond te kruipen."

Op een dag echter, vraagt moeder natuur hem een cocon te maken.

De rups is verwonderd - hij heeft nog nooit een cocon gemaakt. Hij denkt dat hij zijn eigen graf moet maken en bereidt zich voor te sterven.

"Net als ik aan de zaken gewoon word, God, neem je mij het weinige af dat ik heb." Wanhopig sluit hij zich op in de cocon en wacht het einde af. Enkele dagen later, ziet hij dat hij veranderd is in een mooie vlinder. Hij kan vliegen tot hoog in de lucht en ziet er bewonderenswaardig uit.

Hij is verwonderd over de zin van het leven en Gods tekens.

Een vreemdeling zocht Broeder Overste op in het klooster van Sceta.

"Ik wil mijn leven beteren", zei hij, "maar ik heb steeds zondige gedachten."

Broeder Overste zag dat het buiten hard waaide en zei tegen de vreemdeling: "Het is hier nogal warm. Zou je een beetje wind van buiten kunnen nemen en de kamer wat verfrissen?"

"Da's onmogelijk", zie de vreemdeling.

"Het is eveneens onmogelijk om niet te denken aan zaken die God mishagen", antwoordde de monnik. "Maar als je nee kunt zeggen tegen de verleiding, zullen zij je geen kwaad doen."

De meester zegt:

"Als je een beslissing moet nemen, neem hem en draag de gevolgen ervan. Je kunt voordien de gevolgen niet weten. De gave van de helderziendheid is er om de mensen te adviseren, niet om te zeggen wat er in de toekomst zal gebeuren. Zij voorzien goede adviezen, maar voorzien niet wat zal gebeuren.

In één van de gebeden die Jezus ons leert staat er "Gods wil geschiede". Als Zijn wil een probleem schept, is er ook een oplossing voorzien.

Als helderziendheid echt de toekomst zou voorspellen, zou elke voorspeller rijk, getrouwd en gelukkig zijn."

De leerling kwam tot zijn meester:

"Jaren al zoek ik inzicht en verlichting en ik denk in de buurt te komen. Ik zou graag weten wat de volgende stap is."

" Hoe voorzie je in je onderhoud?", vroeg de meester.

"Dat doe ik nog niet zelf, mijn ouders voorzien hierin. Maar, dat is toch niet belangrijk?"

"Je volgende stap is om een halve minuut recht in de zon te kijken", zei de meester.

De leerling gehoorzaamde.

Na een halve minuut vroeg de meester hem om het veld rondom te beschrijven.

"Ik kan het niet zien. De zon heeft mijn zicht aangetast", zei de leerling.

"Een man die enkel het licht zoekt en intussen zijn verantwoordelijkheden niet opneemt, zal nooit tot inzicht en verlichting komen. En wie zijn ogen op de zon gericht houdt, wordt blind", was het commentaar van de meester.

Tijdens een tocht door de Pyreneeën kwam de man een oude schaapherder tegen. Hij deelde zijn maaltijd met hem, en zij zaten lange tijd samen en praatten over het leven.

De man zei dat als je in God gelooft, er geen vrijheid is, gezien God alles in handen heeft.

Als antwoord hierop leidde de schaapherder hem naar een ravijn, waar je - zeer helder - de echo kon horen van het minste gerucht.

'Het leven is als deze muren en het lot is het gerucht dat elk van ons maakt', zei de schaapherder. 'Wat wij doen, gaat tot Zijn hart, en komt terug naar ons in dezelfde vorm. God handelt als de echo van onze eigen daden.'

De meester spreekt: 'Wanneer we voelen dat de tijd gekomen is voor verandering, beginnen we steeds - onbewust - de film af te draaien van alle mislukkingen die we tot dan ervaren hebben. En natuurlijk, hoe ouder we zijn, hoe langer de lijst van moeilijke periodes. Maar tezelfdertijd, geeft de ervaring ons de middelen om de uitdagingen beter aan te gaan en de weg voorwaarts gemakkelijker te vinden. We moeten ook die tweede film afdraaien. Als we enkel de film van onze mislukkingen zien, verlammen we. Als we enkel de film van onze successen zien, denken we te vlug, wijzer te zijn dan we echt zijn. We hebben beide films nodig.'

De leerling zei tot de meester: ' Ik heb het grootste stuk van de dag verspeeld met te denken   aan dingen waaraan ik niet zou moeten denken, te verlangen naar zaken waarnaar ik niet zou moeten verlangen en plannen te maken die ik niet zou moeten maken.'

De meester nodigde hem uit om een wandeling te maken in het bos achter zijn huis.

Langs de weg wees hij naar een plant en vroeg de leerling naar de naam. 'Belladonna', zei de leerling, ' zijn bladeren eten kan dodelijk zijn.'

Maar het doodt niet wie er enkel naar kijkt', zei de meester.

'Op dezelfde wijze kunnen slechte verlangens je geen kwaad doen, zolang je niet aan de verleiding toegeeft.'

Tussen Frankrijk en Spanje ligt er een bergketen. In die bergen is er een dorpje, Argeles, waar er een weg naar de vallei leidt. Elke namiddag wandelt er een man de berg op en neer. Toen de dwaler voor de eerste keer in Argeles was, had hij hier niet op gelet. Op zijn tweede verblijf lette hij er op dat hij het pad kruiste van deze man. Elke keer hij in het dorp kwam, lette hij beter op de man - zijn kleren, zijn baret, zijn stok, zijn bril.

Vandaag denkt hij steeds ook aan de man als hij aan het dorpje denkt, ook al is hij er zich niet bewust van dat dit waar is.

Eén keer heeft de dwaler tegen de man gesproken.

Mokkend had hij gevraagd: "Denk jij dat God in deze mooie bergen rond ons woont?"

"God woont in de plaatsen die Hem toelaten", zie de oude man.

De meester kwam op een avond met zijn leerlingen samen en vroeg hen een kampvuur aan te leggen, om er rond te kunnen zitten en babbelen.

'De spirituele weg is als een vuur dat voor ons brandt', zei hij, 'Wie het vuur wil aanblazen, moet de rook er bij nemen, die zijn adem beneemt en tranen in de ogen veroorzaakt. Dat is hoe het geloof wordt ontdekt. Maar, als het vuur aangewakkerd is, verdwijnt de rook en de vlammen lichten alles op rond hem - warmte en rust gevend.'

'Maar wat als iemand de vlammen voor hem aanwakkert?', vroeg één van de leerlingen.

'En als iemand ons helpt om de rook te vermijden?'

'Als iemand dat doet, is het een valse meester. Een meester neemt het vuur mee waar hij wil of dooft het wanneer hij wilt. En, gezien hij niemand geleerd heeft het vuur aan te maken, laat hij iedereen in het duister.'

'Als je je pad volgt, zul je een deur tegenkomen met een zin op', zei de meester. 'Kom terug en zeg me wat er staat.'

De leerling vervolgde zijn zoektocht, lichaam en ziel. Op een dag kwam hij uit op de deur en keerde terug naar de meester.  "Op de deur staat geschreven: 'Dit is onmogelijk'", zei hij.

'Was dat op een muur of op een deur geschreven?', vroeg de meester. 'Op een deur', antwoordde de leerling. 'Wel, neem de klink vast en open de deur'.

De leerling gehoorzaamde. Gezien de zin op de deur stond, maakte het de weg vrij, zoals de deur zelf. Eens de deur volledig open zag hij de zin niet meer en hij vervolgde zijn weg.

De meester zegt: "Sluit je ogen. Of, zelfs met je ogen open, stel je volgende scène voor: een troep vogels in de vlucht. Nu, zeg me hoeveel vogels waren er? Vijf? Elf? Zestien?

Eén ding wordt duidelijk in dit kleine experiment , ongeacht het antwoord - het is moeilijk om het aantal te geven: je kan je een troep vogels voorstellen, maar het aantal vogels heb je niet in de hand. Toch was de scène duidelijk, welbepaald, exact. Wie bepaalde hoeveel vogels er verschijnen in de verbeelde scène? Jij niet!"

Een man besloot een kluizenaar op te zoeken die, zo was hem verteld, niet ver van het klooster te Sceta leefde. Na doelloos in de woestijn gedoold te hebben, vond hij de monnik.

'Ik zou graag weten wat de eerste stap op de spirituele weg is', zei hij.

De kluizenaar bracht hem bij een kleine bron en vroeg hem naar zijn spiegelbeeld in het water te kijken.

De man probeerde dit, maar telkens hij probeerde, gooide de kluizenaar steentjes in het water, die het oppervlak verstoorden.

'Ik zal mijn gezicht nooit kunnen zien, als je steentjes in het water blijft gooien.', zei de man. 'Net zoals het voor een man onmogelijk is om zijn spiegelbeeld te zien in troebel water, is het onmogelijk God te zoeken als je geest angstig is voor de zoektocht", zei de monnik.'Dat is de eerste stap!'

In de tijd dat de dwaler Zen-meditatie beoefende, stapte zijn meester op een dag naar de hoek van de dojo (de plaats waar zijn leerlingen samenkomen) en keerde terug met een bamboestok. Sommige studenten - zij die zich niet goed had kunnen concentreren- hieven hun hand op. De meester kwam hen nabij en gaf hen drie slagen met de stok op elke schouder. Toen de dwaler dit voor de eerste keer zag, vond hij dit een middeleeuwse en absurde manier van doen. Later begreep hij dat het soms nodig is om geestelijk afzien om te zetten in fysiek lijden om het kwaad dat de oorzaak van het lijden is, onder ogen te zien. Op de weg naar Santiago had hij een oefening gehad die er in bestond de nagel van zijn wijsvinger in zijn duim te prenten, telkens hij negatieve gedachten over zichzelf had. De grote gevolgen van negatief denken worden pas later duidelijk. Door toe te laten dergelijke gedachten zich als fysieke pijn te uiten, kunnen we de schade die zij aanrichten onder ogen zien. En dan kunnen we ze ook bannen.

Een patiënt van 32 jaar bezocht de therapeut Richard Crowley. "Ik kan het niet laten om op mijn duim te zuigen", zei hij. "Daar moet je niet bezorgd om zijn", zei Crowley, "maar zuig elke dag op een andere vinger."De patiënt probeerde te doen zoals gezegd. Maar telkens hij zijn hand naar zijn mond bracht, was hij verplicht te kiezen welke vinger die dag zijn aandacht zou krijgen. Tegen het eind van de week was de gewoonte verdwenen.

"Wanneer een ondeugd een gewoonte wordt, is het moeilijk er tegen te vechten", zegt Richard Crowley, "maar als het van ons verlangt dat we ander gedrag ontwikkelen, andere beslissingen nemen en andere keuzes moeten maken, worden we er ons van bewust, dat het die moeite niet waard is."

In het oude Rome had een groep voorspellers, de Sybillen genaamd, 9 boeken geschreven waarin de toekomst van het Romeinse rijk voorspeld werd. Zij brachten de boeken bij Tiberius. "Hoeveel kosten de boeken?", vroeg de Romeinse 18518t1911s keizer. "Honderd goudstukken", antwoorden de Sibyllen. Tiberius joeg hen kwaad weg.

De Sibyllen verbrandden drie van de negen boeken, en kwamen terug.

"Ze kosten nog steeds honderd goudstukken", zeiden ze aan Tiberius.

Tiberius lachte en weigerde: waarom zou hij voor zes boeken de prijs van de negen boeken betalen?

De Sibyllen verbrandden nog drie boeken, en kwamen terug met de overige drie.

"De prijs is nog steeds honderd goudstukken", zeiden ze.

Tiberius, gek van nieuwsgierigheid geworden, besloot te betalen. Maar hij kon enkel een stuk lezen van de toekomst van zijn rijk.

De meester zegt: "Het is een belangrijke levensles niet af te dingen wanneer er zich kansen voordoen."

Twee rabbi's doen er alles voor om de Joden in Nazi-Duitsland de gebedsdiensten te verlenen. Zij slagen erin om, onder de grootste schrik, gedurende twee jaar hun achtervolgers van zich af te houden en in meerdere gemeenschappen hun religieuze functies te vervullen. Uiteindelijk worden ze gevat.

Eén van de rabbi's bidt gans de tijd, bang voor wat hem zal overkomen.

De ander daarentegen slaapt de ganse dag.

"Waarom gedraag jij je zo?", vraagt de bange rabbi.

"Om mijn kracht te bewaren. Ik weet dat ik er later nood aan zal hebben", antwoordt de ander. "Maar, ben je dan niet bang? We weten toch niet wat ons zal overkomen."

"Ik was bang totdat we opgepakt zijn. Welk nut heeft het nu nog bang te zijn, nu ik gevangene ben,? De tijd om te vrezen is voorbij, nu is de tijd gekomen om te hopen."

De Meester zegt: "Vrije wilsbeschikking. Dit is iets waar de mensen het al lang moeilijk mee hebben. Hoeveel zaken doen we niet, omdat we de wil er niet toe hebben, of omdat ze te veel risico's omvatten? Een voorbeeld van wat we verkeerdelijk zien als gebrek aan vije wil: het aanspreken van vreemden. Zij het een conversatie, een gewoon contact, of een mededeling, het is zelden dat we vreemden aanspreken. We menen steeds dat het zo beter is. Maar zo eindigen we ermee, niet van hulp geweest te zijn, noch door het Leven geholpen te zijn. Onze afstandelijkheid houdt onze zelfzekerheid en eigenwaan in stand. Uiteindelijk echter, laten we niet toe dat onze engel tot ons spreekt via de anderen."

Een oude kluizenaar werd uitgenodigd om aan het hof van de machtigste koning van die tijd opwachting te maken. "Ik benijd de heilige man die met zo weinig tevreden kan zijn", zei de koning. "Ik benijd Jou, Koning", antwoordde de kluizenaar, "die zelfs met minder dan mij tevreden is." "Hoe bedoel je?", zei de koning verontwaardigd, "Het ganse land behoort mij toe." "Juist", zei de kluizenaar, "Ik heb de muziek van de hemelse sferen, alle bergen en rivieren van over heel de wereld. Ik heb de zon en de maan, want ik heb God in mijn ziel. Maar jij, Majesteit, hebt enkel dit koninkrijk."

"Laten we naar de berg gaan waar God verblijft", zei een ruiter tegen zijn vriend. "Ik wil bewijzen dat het enige wat God doet is: van ons dingen vragen. Hij doet niets om onze last te verlichten." "Goed", zei de ander, "maar ik ga om mijn geloof te bewijzen."

Wanneer zij midden de nacht op de top van de berg aankwamen, hoorden zij een stem in het duister: "Laad jullie paarden met stenen van op de grond."

"Zie je?", zei de eerste ruiter, " na dergelijke beklimming, wil Hij enkel onze last nog zwaarder maken. Ik doe het niet!"

De tweede deed zoals de stem bevolen had.

Het was ochtend toen hij de voet van de berg bereikte en de eerste zonnestralen schenen op de stenen die de godsvruchtige ruiter gedragen had: het ware zuivere diamanten."

De meester zegt: "Gods beslissingen zijn mysterieus, maar altijd in ons voordeel."

De meester zegt: "Beste vriend, ik moet je iets vertellen dat je misschien niet weet. Ik heb nagedacht hoe ik dit bericht minder moeilijk om horen kan maken - hoe het met mooier kleuren beter voor te stellen, beloftes  van het Paradijs toe te voegen, visie op eeuwig leven, esoterische uitleg geven - maar dat is allemaal niet van toepassing. Haal es diep adem, bereid jezelf voor. Ik moet eerlijk zijn en ik moet je verzekeren, ik ben absoluut zeker van wat ik je ga vertellen. Het is een feilloze voorspelling, zonder twijfel, hoe dan ook. Het is: je zult sterven, het kan vandaag zijn of binnen vijftig jaar, maar vroeg of laat zal je sterven, al wil je liever niet en heb je andere plannen. Denk es goed na wat je vandaag gaat doen. En morgen. En wat je met de rest van je leven zult doen."

Een ontdekkingsreiziger in Afrika, een blanke, was haastig om zijn doel in het hart van Afrika te bereiken en beloofde een extra premie aan de dragers als ze vlugger voortmaakten.

Gedurende enkele dagen stapten de dragers vlugger. Echter, op een middag, zetten ze allemaal hun last neer en gingen op de grond zitten.

Hoeveel geld hen ook aangeboden werd, ze weigerden een stap verder te zetten.

Toen de ontdekkingsreiziger uiteindelijk vroeg waarom ze dit deden, kreeg hij volgend antwoord: "We hebben zo'n grote haast gemaakt, dat we vergeten zijn wat we aan het doen zijn. Nu moeten we wachten tot onze ziel weer met ons mee is."

Onze-Lieve-Vrouw bracht op aarde een bezoek aan een klooster, het kindje Jezus op haar arm. Blij als ze waren, stonden de broeders op een rij om hun respect te betuigen: de ene citeerde gedichten, een ander toonde tekeningen om de Bijbel te verluchten, een derde noemde de namen van alle Heiligen. Op het einde van de rij was er een nederige broeder die nooit de kans gekregen had om te leren van de wijze mannen van zijn tijd. Zijn ouders waren arme mensen die werkten voor een rondtrekkend circus. Toen hij aan de beurt was, wilden de broeders een einde maken aan de respectbetuigingen, vrezend dat hij hun imago schade zou toebrengen. Maar hij wilde óók zijn liefde voor de Maagd betuigen. Verveeld, en de afkeuring van de broeders voelend, nam hij enkele sinaasappelen uit zijn zak, gooide ze in de lucht en jongleerde er mee zoals zijn ouders in het circus het hem geleerd hadden. Het was enkel dan dat het kindje Jezus lachte en in zijn handjes klapte van plezier. En het was enkel naar de nederige broeder dat de Maagd haar armen uitstak en haar zoon door hem liet vasthouden.

"Al bij al, probeer niet altijd vasthoudend te zijn", zei Paulus, "de wereldse wijsheid is in de ogen van God gekheid."

Vasthoudend zijn is steeds de bijhorende das bij de sokken te dragen. Het is morgen hetzelfde denken als vandaag. Maar wat met de beweging van de aarde? Waar is deze? Zo lang je anderen niet schaadt, wijzig nu en dan eens van gedacht. Spreek eens jezelf tegen zonder jezelf overhoop te halen. Dat is jouw recht. Wat anderen denken heeft geen belang, want dat is wat zij in ieder geval zullen denken. Dus, ontspan, laat het universum bewegen. Ontdek het genot om jezelf te verrassen.

"God verkoos de gekke dingen van deze wereld om de wijze te verrassen", zei Paulus.

De meester spreekt 'Vandaag is een goeie dag om iets ongewoons te doen.' We zouden bijvoorbeeld al dansend naar het werk kunnen gaan. Kijk een vreemde in de ogen, en spreek over liefde op het eerste gezicht. Geef de baas een belachelijk idee, iets dat we voordien nooit gezegd hebben.

De Strijders van het Licht gunnen zichzelf zo'n dagen.

"We zouden vandaag kunnen klagen over ons ooit aangedaan onrecht. We zouden iemand kunnen bellen, waarvan we gezworen hadden niets meer te willen horen (maar waarvan we zelfs blij zouden zijn de stem op het antwoordapparaat te horen).

Vandaag kan een dag zijn buiten het scenario van elke dag.

Vandaag is elke fout toegelaten en vergeven.

Vandaag is een dag om van het leven te genieten."

De wetenschapper Roger Pemrose liep met enkele vrienden levendig te praten. Hij hield slechts even stil om de straat over te steken.

"Ik herinner me dat, terwijl ik de straat overstak een ongelooflijk idee in me opkwam", vertelde Pemrose, "Maar, toen we de straat over waren, en de draad van het gesprek weer opnamen, kon ik me niet meer herinneren waaraan ik enkele seconden ervoor gedacht had."

In de namiddag begon Pemrose zich zonder enige aanleiding euforisch te voelen.

"Ik had het gevoel dat me iets geopenbaard was", zei hij.

Hij besloot over elke minuut van de dag na te denken en toen hij zich het ogenblik herinnerde dat hij de straat over stak, kwam de idee terug. Deze keer schreef hij het op. Het was het idee van de zwarte gaten, een revolutionair concept in de moderne fysica.

En het kwam terug, omdat hij in staat was zich de stilte, die ons overkomt als we de straat oversteken, weer op te roepen.

De heilige Antonius verbleef in de woestijn, toen een jonge man bij hem kwam.

"Vader", zei hij, "ik heb alles wat ik had verkocht en de opbrengst aan de armen gegeven. Ik heb enkel weinig zaken overgehouden om hier te overleven. Ik had graag dat je me de weg naar de redding toonde."

Sint-Antonius vroeg hem het weinige dat er over was ook te verkopen en met de opbrengst wat vlees te kopen in de stad. Bij zijn terugkeer moest hij het vlees rond zijn lichaam binden.

De jonge man deed zoals hem gezegd was. Bij zijn terugkeer werd hij aangevallen door honden en valken die van het vlees wilden eten.

"Ik ben terug", zei de jongeman, zijn gewond lichaam en zijn kapotte kleren tonend.

"Zij die een nieuwe weg inslaan en toch iets van het oude leven willen behouden, blijven uiteindelijk gekweld door hun eigen verleden", zei de Heilige.

De meester spreekt:

"Maak gebruik van elke zegen die de dag je brengt, want een zegen kan niet opgespaard worden. Er is geen spaarpotje waar we de zegens kunnen in opbergen, om ze te gebruiken als het ons past. Als je ze niet gebruikt, ben je ze hopeloos verloren.

God weet dat we scheppende kunstenaars zijn als het op ons leven aan komt.

De ene dag geeft hij ons klei, een andere dag doek en penselen, of een pen. Maar we kunnen geen klei op het doek smeren, of een pen beeldhouwen.

Elke dag omvat zijn eigen wonder. Aanvaard de zegens, werk, en schep jouw kleine kunstwerkjes voor vandaag. Morgen zal je andere ontvangen."

De abdij aan de oever van de rivier de Piedra is omgeven door een prachtige begroeiing - een ware oase in de steriele velden van Spanje. Daar wast de rivier tot een machtige stroom en wordt gesplitst in tientallen watervallen.

De dwaler wandelt door de streek en luistert naar de muziek van de watervallen.

Plots trekt een grot achter één van de cataracten zijn aandacht. Hij bekijkt de rotsen, door de tijd uitgesleten en bestudeert de vormen, geduldig door de natuur geschapen.

En hij vindt een bord met een gedicht van R.Tagore er in gegraveerd.

"Het is geen hamer die deze rotsen zo perfect gemaakt heeft, maar water - met zijn zachtheid, dans en zang. Waar macht enkel kan vernietigen, kan mildheid vormen."

De meester zegt:

"Veel mensen zijn bang voor geluk. Voor zo'n mensen betekent tevreden zijn, veel van hun gewoontes veranderen en hun gevoel van identiteit verliezen. Soms zijn we onwaardig voor de goede dingen die ons overkomen. We aanvaarden ze niet, omdat we menen door ze te aanvaarden bij God in de schuld te komen. We denken: "Beter niet drinken van de beker van geluk, omdat, als deze leeg is, we zullen afzien."

Uit angst te verschrompelen, belemmeren we onze groei.

Uit angst voor verdriet, vergeten we te lachen."

Op een namiddag werd een monnik door een andere monnik aangevallen. De overste, Broeder Sios, maande de aangevallen broeder aan de ander te vergeven.

"Ik kan dat niet", antwoordde de broeder. "Het was hij en hij moet boeten."

Op dat ogenblik hief broeder Sios de armen in de lucht en begon te bidden: "Jezus, wij hebben u niet langer nodig. We zijn nu in staat de agressor te laten boeten voor zijn daden. We kunnen nu onze wraak in eigen handen nemen, Goed en Kwaad onderscheiden. Daarom, laat ons maar aan ons zelf over, er zijn geen problemen meer."

Beschaamd vergaf de monnik meteen zijn broeder.

Een leerling opperde het volgende: "Alle meesters beweren dat de geestelijke schat gevonden wordt door de zoektocht van elk op zichzelf. Waarom zijn we hier dan allen samen?"

"Jullie zijn samen omdat een bos steeds sterker is dan een alleenstaande boom.", antwoordde de meester. "Het bos houdt de vochtigheid op, weerstaat de storm en voedt de bodem. Maar wat de boom sterk maakt zijn zijn wortels. En de wortels van een plant kunnen een andere plant niet doen groeien. Samen voor het zelfde doel gaan, laat elk individu toe op zijn manier te groeien, en dat is het pad van hen die willen leven in gemeenschap met God.

Toen de dwaler tien jaar was, wilde zijn moeder dat hij deelnam aan een sportkamp.

Eén van de oefeningen was van een brug in een rivier springen.

Als beginneling was hij verlamd van angst. Elke dag stond hij laatste in de rij en was telkens bang als die voor hem sprongen, omdat het binnenkort hij aan de beurt zou komen.

Op een dag liet de instructeur - die zijn vrees gezien had - hem het eerst springen. Hoewel hij nog steeds bang was, was het zo vlug voorbij dat er moed in plaats van vrees in hem opkwam. De meester zegt: " Soms kennen we de luxe om onze tijd te nemen. In andere gevallen, moeten we de koe bij de horens vatten om een situatie op te lossen. In die gevallen is er niets zo erg als uitstel."

Op een dag zat Boeddha bij zijn leerlingen, toen een man hen benaderde. "Bestaat God?", vroeg hij. "Ja, God bestaat", antwoordde Boeddha.

Na het middagmaal, kwam er opnieuw een man. "Bestaat God?", vroeg hij. "Nee, God bestaat niet.", antwoordde Boeddha.

Later op de dag kwam een derde man dezelfde vraag stellen. Boeddha antwoordde "Je moet dat voor jezelf uitmaken."

"Meester", zei een van de leerlingen, "het is absurd. Hoe kan je nu drie verschillende antwoorden geven op dezelfde vraag?"

"Het waren drie verschillende mensen", antwoordde de Verlichte, "en elke mens benadert God op zijn manier, sommige met zekerheid, andere met ontkenning en nog andere met twijfel."

We zijn allen almaar bezig, dingen te doen, zaken op te lossen, te zorgen voor anderen. We plannen, besluiten, en nog meer. Daar is niets verkeerds mee. Zo is het dat we de wereld bouwen en veranderen. Maar ook Bewondering is een deel van het leven. Even halt houden, aan zichzelf ontsnappen en stilstaan bij het Universum.

Knielen, met lichaam en ziel. Zonder iets te vragen, noch te denken of voor iets te danken. Enkel de warmte ervaren van de liefde die ons omringt. Op een dergelijk ogenblik kunnen onverwachts tranen opwellen - tranen, noch van verdriet, noch van geluk. Verwonder je daar niet over. Het is een gave. De tranen louteren de ziel.

De meester zegt:

"Als je moet huilen als een kind, huil dan als een kind. Je was ooit een kind en één van de eerste dingen die je leerde was huilen, want huilen maakt deel uit van het leven. Vergeet niet dat je vrij bent, en dat je gevoelens tonen, niet beschamend is. Tier, schreeuw luid, maak zoveel lawaai als je wil. Dat is immers de manier waarop kinderen huilen, en zij kennen de beste weg om hun hart te sussen. Heb je er ooit op gelet hoe kinderen ophouden met huilen? Zij stoppen omdat iets anders hen afleidt. Iets anders leidt hen naar een nieuw avontuur. Kinderen houden vlug op met huilen. En zo zal het ook voor jou zijn. Maar alleen als je kan huilen als een kind."

De dwaler nam de lunch met een vriendin, een wettelijk vertegenwoordiger in Fort Lauderdale. Een overenthousiaste dronken man aan de tafel naast haar wilde haar heel de tijd aanspreken. Op een bepaald ogenblik vroeg de vriendin hem zich rustig te houden. Maar hij zei: "Waarom? Ik spreek over de liefde op een manier dat een nuchtere man nooit zou doen. Ik ben gelukkig, ik probeer met vreemden een gesprek aan te gaan. Wat is daar verkeerd aan?" "Het is nu niet het geschikte moment", zei ze. "Bedoel je dan dat er slechts bepaalde momenten zijn, waarop men zijn geluk mag tonen?" Door die uitspraak, werd de dronken man aan haar tafel uitgenodigd.

De meester zegt:
"We moeten voor ons lichaam zorgen. Het is de tempel van de Heilige Geest en verdient onze respect en aandacht. We moeten onze tijd goed besteden. We moeten vechten voor onze dromen, en onze inspanningen op dat doel richten. Maar we mogen niet vergeten dat het leven bestaat uit het genieten van kleine dingen. Ze zijn voorzien om ons moed te geven, en voorzien momenten van stilstand in onze dagelijkse strijd. Het is geen zonde gelukkig te zijn. Er is niets verkeerd aan om - van tijd tot tijd - bepaalde regels in verband met voeding, slaap of geluk te doorbreken. Bekritiseer jezelf niet als je - een enkele keer- je tijd verliest aan "prutsen". Dit zijn de kleine geneugten die ons motiveren.

De pianist Arthur Rubinstein kwam iets te laat op een lunch in een eersteklas restaurant. Zijn vrienden begonnen zich ongerust te maken, toen Rubinstein uiteindelijk opdook, met aan zijn zijde een mooie blondine, een derde zijn leeftijd. Gekend op zijn geld te kijken, verraste hij zijn vrienden toen hij het duurste voorgerecht en een uitgelezen, zeldzame wijn bestelde. Na de lunch betaalde hij de rekening met de glimlach.

"Ik zie dat jullie verbaasd zijn,", sprak Rubinstein, "maar, ik ben vandaag bij mijn advocaat geweest om mijn testament op te maken. Ik liet een groot bedrag aan mijn dochter en aan mijn verwanten en grote giften voor liefdadigheid. Plots besefte ik dat ik niet opgenomen was in mijn testament. Alles ging naar anderen. Zo besliste ik mezelf wat meer te gunnen."

Terwijl de meester op reis was om het woord van God te verspreiden, brandde het huis af waar hij met zijn leerlingen woonde.

"Hij heeft ons het huis toevertrouwd en we hebben er niet goed voor gezorgd", zei één van de leerlingen. Ze begonnen meteen het huis weer op te bouwen op wat overgebleven was van de brand.

De meester kwam vroeger terug dan verwacht en zag wat ze aan het doen waren. "Dat ziet er goed uit: een nieuw huis.", zei hij blijmoedig.

Verbaasd, vertelde één van de leerlingen wat er eigenlijk gebeurd was en dat hun huis vergaan was in brand.

"Ik begrijp het niet", zei de meester, "wat ik zie, zijn mensen die geloven in het leven en een nieuw hoofdstuk aanvatten. Zij die alles verloren hebben, staan in een betere positie dan vele anderen, omdat van dan af, alles alleen maar beter kan worden."

De meester zegt:

"Als je de weg van je dromen volgt, blijf er in geloven. Laat geen deur open voor excuses, zoals 'eigenlijk is dit niet echt wat ik wou'. Daarin zitten de kiemen voor mislukkingen.

Ga verder op je pad. Zelfs als je stappen onzeker zijn, zelfs als je weet dat je beter kan? Wanneer je je mogelijkheden van vandaag aanvaardt, dan is er geen twijfel dat deze zullen verbeteren in de toekomst. Maar als je je beperkingen negeert, zal je er nooit vanaf geraken.

Ga je pad tegemoet met moed, en wees niet bang voor kritiek van anderen.

Bovenal, sta jezelf niet toe verlamd te raken door zelfkritiek.

God zal bij je zijn tijdens slapeloze nachten, en je tranen drogen met Zijn liefde.

God is er voor de waardige."

De meester en zijn leerlingen waren op stap, en hadden op weg niets om te eten. De meester vroeg enkelen om iets te eten te zoeken. De leerlingen kwamen tegen het eind van de dag terug. Elk van hen bracht het weinige mee dat hij in staat was te krijgen, dankzij de liefdadigheid van anderen: fruit dat aan het rotten was, hard brood en zure wijn. Een van de leerlingen, echter, had een mand rijpe appelen bij.

"Ik zou alles doen om mijn meester en mijn broeders te helpen", zie hij, terwijl hij de appelen deelde met de anderen.

"Waar heb je deze appelen gehaald?", vroeg de meester.

"Ik heb ze moeten stelen", zie de leerling, "de mensen gaven me slechts afval om te eten, hoewel ze wisten dat we het woord Gods verkondigen."

"Verdwijn uit mijn ogen met je appelen", zei de meester, "wie voor mij kan stelen, kan ook van mij stelen."

We trekken de wereld in op zoek naar onze dromen en idealen.

Soms maken we ongrijpbaar wat binnen bereik ligt. Als we deze vergissing realiseren, voelt het alsof we tijd verspild hebben, op afstand zoekend wat dichtbij ligt. We beschuldigen onszelf voor deze vergissing, voor het vruchteloos zoeken en voor de problemen die we veroorzaakt hebben.

De meester zegt:

"De schat mag in je huis begraven liggen, het is slechts door je huis te verlaten dat je hem zult vinden. Indien Petrus de pijn van de afwijzing niet had ervaren, was hij nooit tot hoofd van de kerk gekozen. Indien de verloren zoon niet alles in de steek gelaten had, zou zijn vader hem geen feest gegeven hebben bij zijn terugkeer. Er zijn zaken in het leven die een etiket dragen waarop staat: "Je zult mij enkel op waarde schatten, als je me verloren hebt. en teruggevonden." Het is niet goed, het pad korter te willen maken.

De meester ontmoette zijn liefste leerling en vroeg hem hoe het zijn spirituele groei verging. De leerling antwoordde dat hij nu in staat was elk moment van de dag aan God te wijden.

"Dan rest er je enkel nog je vijanden te vergeven", zei de meester.

De leerling keek zijn meester verbaasd aan. "Dat is niet nodig", zei hij, "ik draag mijn vijanden geen kwaad hart toe."

"Denk je dat God jou een kwaad hart toe draagt?", vroeg de meester.

"Nee, natuurlijk niet", zei de leerling.

"En toch vraag je zijn vergiffenis, nee? Doe het zelfde met je vijanden, zelfs al draag je hen geen kwaad hart toe. Iemand die vergeeft, loutert en zalft zijn eigen hart."

De jonge Napoleon beefde als een riet tijdens de hevige bombardementen op Toulon.

Een soldaat die hem zo zag, zei tegen zijn kompanen: "Zie hem, hij is doodsbang."

"Ja", zei Napoleon,"ik ben bang. Maar ik ga door met vechten. Indien jullie de helft van de vrees zouden voelen die ik voel, waren jullie al lang gaan lopen."

De meester zegt:

"Vrees is geen teken van lafheid. Het is de vrees dat ons in staat stelt moedig te zijn en waardig ten aanzien van situaties in ons leven. Iemand die bang is en ondanks de vrees doorgaat, zonder deze toe te laten hem te intimideren, geeft het bewijs van moed. Maar iemand die moeilijke situaties aangaat zonder de risico's in acht te nemen, bewijst enkel zijn gebrek aan zin voor verantwoordelijkheid."

De dwaler is op het feest van de Heilige Johannes, met zijn tenten, zijn boogscheutwedstrijden en zijn landelijke keuken. Plots begint een nar zijn bewegingen te imiteren? Mensen lachen en ook de dwaler lacht en nodigt de nar uit met hem een koffie te gebruiken.

"Leef het leven!", zegt de nar. "Als je leeft, sla je armen uit, spring in het rond, maak lawaai, lach en spreek met de mensen. Leven is het tegenovergestelde van dood. Sterven is voor altijd in dezelfde houding blijven. Als je te rustig bent, leef je niet."

"DI_a!?_ayyyyyRyyyyyyyyyy_y," zei hij.

"Mijn vriend is veearts Hij spreekt niet tegen zijn patiënten."

Een leerling en zijn meester wandelden op een dag in de velden. De leerling vroeg welk dieet er nodig was om de zuiverheid te bereiken.

Hoewel de meester steeds gezegd had dat alle voedsel heilig is, geloofde de leerling hem niet. "Er moet voedsel zijn dat ons dichter bij God brengt", zei de leerling.

"Ja, misschien heb je wel gelijk", zei de meester, "bijvoorbeeld die paddenstoelen daar."

De leerling was begeesterd, denkend dat de paddenstoelen hem zuiverheid en vervoering zouden brengen. Maar toen hij zich bukte om er één te plukken, schreeuwde hij uit: "Maar deze zijn giftig! Als ik er ook maar één van zou eten, dan zou ik meteen sterven!, zei hij verschrikt.

"Wel, ik weet geen ander voedsel, dat je vlugger bij God kan brengen", zei de meester."

In 1981 wandelt de dwaler met zijn vrouw tijdens de winter door de straten van Praag, wanneer hij een jongen de gebouwen ziet tekenen. Hij vindt de tekeningen mooi en besluit er een te kopen.

Als hij het geld aangeeft, ziet hij dat de jongen geen handschoenen aan heeft, het is rond 20 graden.

"Waarom draag je geen handschoenen?", vraagt hij.

"Zo kan ik mijn potlood vasthouden."

Ze praten wat over Praag. De jongen stelt voor een portret te teken van de vrouw van de dwaler, zonder er voor te betalen.

Terwijl hij wacht op de tekening, realiseert de dwaler zich dat er iets vreemds gebeurd is. Hij heeft vijf 5 minuten met de jongen gepraat, zonder dat ze elkaars taal spraken. Zij hadden enkel gebaren gebruikt, geglimlacht en andere gezichtsuitdrukkingen - maar de wil om iets te delen had hen toegelaten de wereld van de taal zonder woorden te betreden.

Een vriend nam Hassan tot aan de deur van een moskee, waar een blinde man zat te bedelen. "Deze blinde man is de meest wijze man van ons land", zei de vriend.

"Hoe lang ben je blind?", vroeg Hassan aan de man.

"Sinds mijn geboorte", antwoordde de man.

"En hoe ben je zo wijs geworden?"

"Sinds ik mijn blindheid weigerde te aanvaarden, ik wou astronoom worden", zei de man, "maar, gezien ik de hemel niet kon zien, was ik verplicht me de sterren, de zon en de sterrenstelsels te verbeelden. En, hoe dichter ik bij Gods werk kwam, hoe dichter ik bij Zijn wijsheid kwam."

In een café, in een afgelegen dorp, niet ver van de stad Olite, is er een bord opgehangen door de eigenaar.

"Net toen ik er in slaagde al de antwoorden te vinden, veranderden al de vragen."

De meester spreekt:

"We willen steeds antwoorden vinden. We menen dat antwoorden belangrijk zijn om het leven te begrijpen. Het is belangrijker het leven volop te leven en de tijd toe te laten ons de geheimen van het leven te openbaren. Als we te veel bezig zijn met de zin van het leven, verhinderen we de natuur zijn gang te gaan en zijn we niet in staat Gods tekens te lezen."

Een Australische legende verhaalt over een sjamaan die op stap was met zijn drie zussen en de meest beroemde krijger van die tijd ontmoette.

"Ik wil één van die mooie meisjes huwen", zei de krijger.

"Als één van de meisjes huwt, zei de sjamaan, "zullen de twee andere ongelukkig zijn. Ik zoek een stam die zijn mannen toelaat drie vrouwen te hebben."

Jaren zochten ze het ganse Australische continent af zonder dergelijke stam te vinden. "Minstens één van ons had kunnen gelukkig zijn", zei één van de zussen toen ze oud waren en ziek van rondtrekken.

"Ik was verkeerd", zei de sjamaan, "maar nu is het te laat", en hij toverde de drie zussen om in drie blokken steen, zodat al wie voorbijkwam zou begrijpen, dat het geluk van één niet betekent dat de anderen ongelukkig moeten zijn.

De journalist Walter Carelli interviewde de schrijver Jorge Louis Borges.

Toen het interview af was, praatten ze nog wat na over de taal voorbij de woorden en over de grote kracht van de mens om anderen te verstaan.

"Ik geef je een voorbeeld", zei Borges, en hij begon in een vreemde taal te spreken. Hij hield op en vroeg de journalist wat hij gezegd had.

Voor Carelli kon antwoorden, zei de fotograaf die bij hem was: "Het is het 'Onze Vader'" "Juist", zei Borges, "ik zei het op in het Fins."

Een dierentemmer in het circus kan olifanten beheersen door een simpele truck: als het dier nog jong is, bindt hij de poot aan een boomstam. Hoe hard de olifant ook vecht, hij kan niet loskomen. Beetje per beetje went hij aan de idee dat de boomstam sterker is dan hij zelf. Wanneer hij volwassen is en over veel kracht beschikt, volstaat het, een koord rond de poot van de olifant te leggen en hem aan een jong boompje vast te maken. Hij zal niet proberen los te komen.

Net zoals bij olifanten, zijn onze benen soms aan lichte koorden gebonden. Maar zoals we als kind gewoon waren aan de sterkte van een boomstam, zo durven we niet vechten om los te komen. Zonder te beseffen dat een simpele, moedige daad het enige is wat nodig is, om onze vrijheid te vinden.

De meester spreekt:

"Het brengt je niets op om verklaringen in verband met God te zoeken. Je kunt naar mooie woorden luisteren, maar die in essentie leeg zijn. Net zoals je een volledige encyclopedie over de liefde kunt lezen, zonder te weten hoe lief te hebben. Niemand zal ooit bewijzen dat God bestaat. Sommige zaken in het leven zijn er gewoon om te ervaren - niet om te verklaren. Liefde is zoiets, net zoals God, want God is liefde. Geloof is een ervaring uit de kindertijd, in de magische zin zoals Jezus ons geleerd heeft: "Kinderen zijn het koninkrijk Gods".

God komt niet binnen via je hoofd. Hij komt langs de weg van het hart."

De abt vertelde altijd dat Abt Joseph zo veel gebeden had, dat hij zich over niets nog zorgen hoefde te maken - zijn passies waren overwonnen.

Deze woorden hadden een wijze man in de abdij van Sceta bereikt.

Deze riep zijn novicen samen na het avondmaal. "Jullie hebben vernomen dat gezegd wordt dat Abt Joseph geen verzoekingen meer kent om te overwinnen", zei hij. "Het gebrek aan strijd verzwakt de ziel. Laat ons bidden dat God Abt Joseph zwaar op de proef stelt. En als hij in staat is die beproeving te doorstaan, laat ons een nieuwe beproeving vragen, en dan weer één. En als hij dan opnieuw strijdt om die verzoeking te overwinnen, laat ons dan bidden dat hij nimmer zegt: "Heer, ban deze duivel". Laat ons in de plaats bidden dat hij vraagt: "Heer, geef me de kracht dit kwaad te overwinnen."

Elke dag heeft een moment waarop het moeilijk is klaar te zien: de avondstond.

Licht en duister zijn verweven, niets is volledig helder of volledig duister.

In vele spirituele tradities is dit een heilig ogenblik. De Katholieke traditie wil dat we om zes uur 's avonds een Wees Gegroet bidden. In de Quechantraditie, moeten we, indien we in de late namiddag een vriend ontmoet hebben en 's avonds nog samen zijn, opnieuw beginnen en hem weer begroeten met 'Goeie avond, vriend".

In de schemer wordt het evenwicht tussen mens en planeet op de proef gesteld.

God verweeft licht en duister om te zien of de Aarde moed genoeg heeft om te blijven ronddraaien. Als de Aarde niet afgeschrikt wordt van het donker, gaat de nacht voorbij - een nieuwe zon straalt de volgende dag.

De Duitse filosoof Schopenhauer kuierde door de straten van Dresden, antwoorden zoekend op vragen die hem bezig hielden. Aan een tuin gekomen, besloot hij even te gaan zitten en naar de bloemen te kijken. Een van de bewoners bemerkte zijn raar gedrag en waarschuwde de politie. Enkele minuten later kwam een agent en vroeg bruusk "Wie ben jij?"

Schopenhauer bekeek de man ten voeten uit. "Als jij mij zou kunnen helpen om op die vraag een antwoord te vinden, dan zou ik je eeuwig dankbaar zijn", zei hij.

Een man die wijsheid zocht, besloot de bergen in te trekken.Hij had immers vernomen dat God daar om de twee jaar verscheen.

Het eerste jaar at hij alles wat het land hem bood. Uiteindelijk waren de reserves op en moest hij terug naar de stad.

"God is niet eerlijk!", kloeg hij. "Wist hij niet dat ik een jaar gewacht heb om zijn stem te horen. Door honger was ik verplicht naar de stad terug te komen."

Op dat ogenblik verscheen er een engel. "God zou heel graag met je praten", zei de engel, "een gans jaar heeft hij jou eten gegeven. Hij hoopte dat je daarna zelf je voedsel zou produceren. Maar wat heb je geplant? Als een man niet in staat is vruchten te kweken op de plaats waar hij woont, is hij er niet klaar voor om met God te spreken."

Men zegt "Het lijkt alsof vrijheid voor de mens er op neerkomt zijn eigen soort slavernij te kiezen. Ik werk acht uur per dag en , als ik promotie krijg, twaalf. Ik huw en houd geen tijd over voor mezelf. Ik zocht God, en nu moet ik geloofsbijeenkomsten, missen en andere ceremonies bijwonen. Al wat belangrijk is in het leven - werk, liefde, geloof - draait op een last uit die te zwaar is om dragen."

De meester zegt: "Enkel liefde stelt ons in staat te ontsnappen. Enkel liefde keert slavernij tot vrijheid. Als we niet kunnen liefhebben, is het beter ermee op te houden. Jezus zei "Beter blind op één oog, dan dat het ganse lichaam in duister ondergaat." Harde woorden, maar de waarheid."

Een heremiet vastte een heel jaar en at slechts één keer per week. Na deze opoffering vroeg hij God hem de ware betekenis van een passage uit de Bijbel te openbaren.

Hij kreeg geen antwoord. "Wat een tijdverlies", sprak de heremiet tot zichzelf, "ik gaf zo veel op en God gaf geen antwoord! Beter hier weggaan en een broeder zoeken die de betekenis er van kent."

Op dat ogenblik verscheen een engel. "Die twaalf maanden vasten dienden enkel om je te laten geloven dat je beter bent dan anderen, en God geeft geen antwoorden aan ijdele mensen", zei de engel. "Maar toen je nederig werd en de hulp zocht van anderen, stuurde God me naar je toe." En de engel vertelde hem wat hij wilde weten.

De meester spreekt:

"Let erop hoe bepaalde woorden gevormd zijn om hun betekenis duidelijk te laten blijken. Neem bijvoorbeeld het woord "voorzorgen". Het kan in twee delen gesplitst worden: "voor" en "zorg". Het betekent bezig zijn met iets, voor het er is. Wie in het universum kan zich nu bezig houden met iets voor het er is? Maak geen zorgen voor de toekomst. Wees aandachtig op je lotsbestemming en je pad. Leer alles wat nodig is, om het schitterende zwaard dat jou is toevertrouwd te hanteren. Heb aandacht voor de wijze waarop je vrienden, je leermeesters en je vijanden strijden. Oefen jezelf voldoende, maar bega niet de grootste fout van alle: geloven dat je vooraf kunt weten hoe je vijand zal uithalen."

Vrijdag. Je gaat naar huis en je neemt de kranten op die je heel de week niet hebt kunnen lezen. Je zet de televisie aan zonder klank. Je legt een cassette op. Je zapt van de ene zender naar de andere, terwijl je de krant doorbladert en naar de muziek luistert. De kranten brengen niets nieuws, op TV zijn het steeds dezelfde programma's en je hebt de cassette al tientallen keren gehoord. Je echtgenote slooft zich uit voor de kinderen, offert haar jeugd er aan op, zonder te weten waarom ze het doet.

Een excuus komt in je op: "Dat is nu eenmaal het leven."

Nee, dat is niet hoe het leven is. Het leven is enthousiasme. Probeer je te herinneren waar je je enthousiasme geborgen hebt. Neem je vrouw en je kinderen samen en probeer het terug te vinden, voor het te laat is. Liefde heeft nooit iemand verhinderd zijn droom te volgen.

Op kerstavond evalueerden de dwaler en zijn vrouw het bijna voorbije jaar.

Tijdens de maaltijd in het enige restaurant in een dorp in de Pyreneeën, begon de dwaler zijn beklag te doen omtrent iets dat niet volledig naar zijn zin verliep. Zijn vrouw zat naar de kerstboom in het restaurant te kijken. De dwaler dacht dat ze geen interesse meer had in het gesprek en veranderde van onderwerp.

"Ze hebben mooie lichtjes in de kerstboom gehangen!", zei hij.

"Zeker", zei zijn vrouw, "maar als je goed kijkt, dan zie je tussen de tientallen lichtjes ééntje dat niet brand. Het lijkt me dat, in plaats van het voorbije jaar te zien als de tientallen zegeningen die het verlichten, je je vastpint op dat éne dat niet brandt."

"Zie die nederige heilige man daar eens lopen", zei de éne duivel tegen de andere, "ik ga er eens naartoe om zijn ziel te winnen."

"Hij zal nooit luisteren naar jou", zei zijn kompaan, 'hij is enkel geïnteresseerd in heilige dingen."

Maar de duivel, zoals steeds vasthoudend, verkleedde zich als de Aartsengel Gabriël en verscheen aan de heilige man.

"Ik ben gekomen om je te helpen", zei hij.

"Je verwart me met iemand anders", zei de heilige man, "ik heb niets gedaan in mijn leven waardoor ik de hulp van een engel zou verdiend hebben."

En hij zette zijn weg verder, er zich niet van bewust wat hij ontlopen had.

Een vriendin van de dwaler ging naar een toneelvoorstelling op Broadway en ging iets drinken tijdens de onderbreking. Er was veel volk in de lobby, mensen rookten en dronken. Er speelde een pianist, maar niemand lette op de muziek. De vriendin van de dwaler nipte aan haar drankje en hield de muzikant in het oog. Hij leek zich te vervelen - enkel zijn job doen en wachten op het einde van de onderbreking.

Na nog een drankje en wat beneveld, ging ze naar de piano.

"Je maakt het jezelf lastig! Waarom speel je niet alsof het voor jezelf was?", zei ze.

De pianist was verbaasd en begon de muziek te spelen die hij zelf graag hoort.

In korte tijd werd het stil in de zaal en wanneer het stuk ten einde was, klonk er een daverend applaus.

Sint Franciscus was een graag geziene jongeman toen hij besloot alles achter te laten en zijn levenswerk aan te vatten. Sinte Klara was een mooie jonge vrouw toen zij de gelofte van kuisheid aflegde. Sint Raimundo kende alle intellectuelen van zijn tijd, toen hij zich terugtrok in de woestijn.

De spirituele zoektocht is, boven alles, een uitdaging. Wie het gebruikt als een vlucht voor zijn problemen, zal niet ver komen.

Het doet iemand die geen vrienden kan maken, geen goed zich uit de wereld te trekken.

Het brengt niets op, als je een eed van armoede aflegt, als je je brood niet kunt verdienen.

Het heeft geen zin, je nederig op te stellen als je een lafaard bent.

Er is een verschil tussen iets hebben en het opgeven en iets niet hebben en anderen verwijten dat zij het wel hebben.

Het is gemakkelijk voor een zwakke om liefdadigheid te preken, maar wat brengt het op?

De meester zegt: "Loof het werk van de Heer. Overwin jezelf, zoals je de wereld aanziet."

Het is eenvoudig moeilijk te doen.

Het enige wat we moeten doen, is bij de mensen wegblijven om door hen niet te lijden. Zo hoeven we geen liefde, ontgoocheling of verloren dromen te vrezen.

Het is eenvoudig moeilijk te doen. We moeten ons geen zorgen meer maken over telefoontjes die we hadden moeten plegen, mensen die onze hulp vragen of liefdadigheid tonen.

Het is eenvoudig moeilijk te doen. We doen alsof we in een ivoren toren leven en geen verdriet kennen? We spelen de rest van ons leven een rolletje.

Het is eenvoudig moeilijk te doen. Al wat we hoeven te doen, is al het goede dat het leven biedt, verwerpen.

De patiënt zei tot de dokter: "Dokter, ik ben doordrongen van angst en de angst neemt alle blijheid weg."

"Hier in mijn kantoor" zei de dokter, "zit er een muis dat aan mijn boeken knaagt. Als ik in de put zou zitten over die muis, zou hij zich verstoppen. Ik zou niets anders doen in mijn leven dan hem najagen. Ik heb al mijn beste boeken veilig weggestopt en laat hem eten van enkele andere boeken. Zo blijft de muis, een muis en wordt het geen monster.

Vrees een paar zaken, en richt je angst op deze - zo kun je moedig zijn om de belangrijke dingen het hoofd te bieden.

De meester zegt:

"Soms is het gemakkelijker lief te hebben, dan geliefd te worden.

We vinden het moeilijk steun en hulp van anderen te ontvangen. Onze pogingen om onafhankelijk te schijnen, verhinderen anderen ons hun liefde te tonen. Veel ouders op latere leeftijd ontnemen hun kinderen de kans hen dezelfde steun en affectie te betuigen als toen ze kind waren. Vele echtgenoten (en echtgenotes) voelen zich beschaamd en afhankelijk van anderen, wanneer zij door de verleiding bekoord zijn..

Het resultaat is dat het water van de liefde niet kan vloeien. Je dient een uiting van liefde van iemand anders te aanvaarden. Je dient anderen toe te laten je te helpen, om je de kracht te geven door te gaan. Als je dergelijke liefde met zuiverheid en nederigheid kunt aanvaarden, zal je begrijpen dat Liefde geen zaak van nemen of geven is, maar van delen."

Toen Eva in de Tuin van Eden was, kwam de slang bij haar. "Eet van deze appel", zei hij. Goed geleerd door God, weigerde Eva. "Eet van deze appel", hield de slang aan, "opdat je mooier zou worden voor je echtgenoot."

"Ik heb het niet nodig", zei Eva, "Hij heeft niemand anders dan mij."

De slang lachte: "Natuurlijk heeft hij dat wel."

Gezien Eva hem niet geloofde, nam hij haar mee naar de top van de berg, waar er een bron was. "Zij is daar beneden. Daar heeft Adam haar verstopt."

Eva keek in de bron en zag een mooie vrouw weerspiegeld in het water.

Toen at ze van de appel die de slang haar aanbood.

Uit 'Brief aan mijn Hart':

Mijn hart, ik zal je nooit veroordelen of bekritiseren. Ik zal nooit verlegen zijn over wat je zegt. Ik weet dat je een geliefd kind van God bent en dat Hij jou beschermt binnen een liefdevolle en schitterende stralenkrans.

Mijn hart, ik geloof in jou, ik sta aan jouw zijde en ik zal steeds om zegen vragen in mijn gebeden. Ik zal steeds vragen dat je de steun en hulp vindt, die je nodig hebt.

Ik geloof in je, mijn hart. Ik geloof dat je jouw liefde zult delen met ieder die het nodig heeft of verdient. Dat mijn pad jouw pad is en dat wij samen zullen stappen naar de Heilige Geest.

Ik vraag je: heb vertrouwen in mij. Weet dat ik je liefheb en je alle vrijheid probeer te geven die je nodig hebt om steeds gelukkig in mijn borst te blijven kloppen. Ik zal steeds alles doen wat ik kan, opdat je je nooit ongemakkelijk zou voelen met mijn aanwezigheid rondom je.

De meester spreekt:

"Wanneer we beslissen om te handelen, is het de natuurlijke gang van zaken dat er onverwachte conflicten opduiken. Het is natuurlijk dat we gewond raken als resultaat van dergelijk conflict. Wonden helen en blijven als littekens, en dat is een zegen. Zulke littekens blijven ons ganse leven bij, en zijn ons tot grote dienst. Als, op een bepaald ogenblik - om gelijke welke reden - ons verlangen om naar het verleden terug te keren sterk is, hebben we maar naar de littekens te kijken. Littekens zijn de sporen van handboeien en herinneren ons aan de verschrikkingen van opsluiting - en met die herinnering gaan we weer verder."

In zijn Brief aan de Korintiërs zegt de Heilige Paulus ons dat mildheid één van de hoofdkenmerken is van liefde. Laat ons nooit vergeten: liefde is tederheid. Een strenge ziel laat niet toe dat Gods hand het kneedt in overeenstemming met Zijn wensen.

De dwaler was op tocht op een eng pad in het noorden van Spanje, toen hij een man midden in een bed bloemen zag liggen. "Verpletter je zo die bloemen niet?", vroeg de dwaler. "Nee", zei de man, "ik probeer iets van hun mildheid op te nemen."

De meester spreekt:

"Bid elke dag. Zelfs als je gebeden zonder woorden zijn, of als je niets vraagt of onverstaanbaar klinkt. Maak van je gebeden een gewoonte. Indien dat moeilijk is in het begin, maak dan voor jezelf uit: "Ik zal deze week elke dag bidden." En hernieuw deze belofte elke dag de zeven dagen die erop volgen.

Weet dat je niet enkel een intiemer band met de spirituele wereld legt, maar ook je wil oefent. Het is door bepaalde praktijken dat we de discipline ontwikkelen die nodig is voor de strijd van het leven. Het is niet goed de beslissing een dag te vergeten en 's anderendaags twee keer te bidden, noch om zeven maal te bidden en de rest van de week door te gaan alsof je taak volbracht is. Bepaalde zaken hebben hun eigen ritme en regelmaat."

Een slecht mens, net gestorven, ontmoet een engel aan de hellepoort.

De engel zegt hem: "Het is voldoende dat je één iets goeds gedaan hebt in je leven. Dat zal je helpen. Denk hard na", zei de engel.

De man herinnert zich dat ooit, toen hij in het bos liep en hij een spin zag op zijn pad, hij er omheen stapte om er niet op te lopen.

De engel glimlacht en uit de hemel komt er een spinnenweb, die de man toelaat om naar het Paradijs op te klimmen.

Andere verdoemden grijpen de kans en beginnen ook op het spinnenweb te klimmen. Maar de man keert zich naar hen om en begint hen af te duwen, vrezend dat het net zal breken. Op dat ogenblik scheurt het net en de man keert terug naar de hel.

"Jammer", hoort hij de engel zeggen, "de vrees voor je eigenbelang keerde het enige goede dat je deed, om in kwaad."

De meester spreekt:

"Een kruispunt is een heilige plaats. Daar moet de pelgrim een keuze maken. Daarom wonen de goden gewoonlijk op kruispunten. Waar wegen kruisen, zijn twee grote krachten geconcentreerd - het pad dat gekozen wordt en het pad dat opzij gelaten wordt. Beide zijn samengebracht tot één pad, maar slechts voor korte tijd. De pelgrim kan er rusten, even slapen en zelfs de goden die er wonen raadplegen. Maar niemand kan er voor altijd blijven: eens dat zijn keuze gemaakt is, moet hij verder, zonder na te denken over het niet gekozen pad. Anders wordt het kruispunt een vloek."

De mensheid heeft de grootste misdaden gepleegd in naam van de waarheid.

Er zijn mannen en vrouwen op de brandstapel verbrand. De volledige cultuur van sommige beschavingen is vernietigd. Zij die de zonde begingen vlees te eten, werden op afstand gehouden. Zij die een andere weg zochten werden uitgesloten. Eén persoon werd gekruisigd in naam van de waarheid. Maar - vóór Hij stierf - liet Hij ons een definitie van de Waarheid achter.

Het is niet dat wat ons zekerheid biedt.

Het is niet dat, wat ons beter dan de ander maakt.

Het is niet dat, wat we bewaren in onze vooraf bepaalde gedachten.

De Waarheid is dat, wat ons vrij maakt.

"Ken de Waarheid en de waarheid zal u vrij maken", zei Hij.

Eén van de monniken te Sceta beging een grove vergissing en de meest wijze man van de kluizenaars werd door de broeders geroepen om de man te oordelen.

De wijze kluizenaar wilde niet komen, maar de broeders bleven zo aandringen, dat hij uiteindelijk toegaf.

Voor hij vertrok, nam hij een mand en maakte enkele gaten in de bodem. Hij vulde de mand met zand en vertrok naar het klooster.

De prior zag de mand en vroeg waartoe die moest dienen.

"Ik ben gekomen om iemand anders te oordelen, maar mijn zonden achtervolgen me, zoals het zand uit de mand. Gezien ik niet achterom kijk en mijn eigen zonden niet zie, kan ik een ander niet oordelen."

De monniken begrepen hem en besloten de oordelingsprocedure stop te zetten.

Geschreven op een muur in een kleine kerk in de Pyreneeën:

"Heer, laat de kaars die ik zonet aangestoken heb, licht geven en mij verlichten wanneer ik problemen heb en beslissingen moet nemen.

Laat het vuur zijn, zodat U mijn egoïsme, trots en onzuiverheid kunt wegbranden.

Laat het een vlam zijn, zodat U mijn hart kunt warmen en mij kunt leren lief te hebben.

Ik kan niet lang in Uw kerk blijven, maar in deze kaars wil ik een stukje van mezelf achterlaten. Help mij mijn gebed toe te passen op al mijn activiteiten van deze dag. Amen"

Een vriend van de dwaler bracht enkele weken door in een klooster in Nepal. Toen hij op een middag een tempel binnenkwam, zag hij een monnik zitten glimlachen op het altaar.

"Waarom glimlach je?", vroeg hij .

"Omdat ik de betekenis van bananen begrijp ", zei de monnik, zijn tas openend en een rotte banaan er uit halend.

"Dit is een leven dat zijn leven geleid heeft", zei hij, " en er is geen gebruik van gemaakt. Nu is het te laat."

Daarop haalde hij een groene banaan uit zijn tas. Hij toonde hem aan de man en stak hem terug in de tas. "dit is een leven dat nog moet geleefd worden en wacht op het juiste ogenblik.", zei hij.

Uiteindelijk nam hij een rijpe banaan uit zijn tas , pelde die en deelde hem met de man.

"Dit is het nu. Weet te leven zonder vrees."

Een vriendin ging uit om met haar zoon naar de film te gaan en had net gepast geld bij.

De jongen was opgewonden en vroeg elk moment hoe lang het nog was voor ze er zouden zijn. Aan een stoplicht, zag ze een bedelaar op het voetpad.

"Geef hem al het geld dat je bij hebt", hoorde zij een stem zeggen.

De vrouw discussieerde met de stem. Zij had haar zoon beloofd naar de film te gaan.

"Geef het allemaal", drong de stem aan.

"Ik kan hem de helft geven, en mijn zoon kan dan alleen naar de film, terwijl ik buiten wacht.", zei ze. Maar de stem verstond geen discussie.

"Geef het allemaal!"

Ze had geen tijd om haar jongen te zeggen waar het om ging, stopte en gaf de bedelaar al het geld.

"God bestaat, En jij hebt het bewezen", zei de bedelaar. "Het is vandaag mijn verjaardag. Ik was bedrukt en beschaamd om te bedelen. Dus ik besloot niet te bedelen: als God bestaat, bezorgt hij me wel een geschenk."

Een man liep door een klein dorp in een stortbui en ziet een huis in brand.

Als hij dichter bij komt, ziet hij dat er een man in de living zit, omring door de vlammen.

"Zeg, je huis staat in brand!", roept de reiziger.

"Ik weet het", antwoord de man.

"Waarom kom je dan niet naar buiten?"

"Omdat het regent", zegt de man, "mijn moeder zei altijd dat je kunt verkouden worden in de regen."

Zao Chi's commentaar op de fabel:

"Wijs is de man die aan een situatie kan ontsnappen, als hij inziet dat hij hiertoe verplicht is."

In sommige magische tradities, besteden de leerlingen elk jaar een dag - of een weekend - om in contact te komen met de dingen in hun huis. Zij raken elk object aan en vragen luidop: "Heb ik dit echt nodig?". Zij nemen boeken van de plank: "Zal ik dit nog herlezen?". Zij onderzoeken elke souvenir die ze bijgehouden hebben: "Vind ik het moment waar dit mij aan herinnert nog belangrijk?". Ze openen alle laden: "Hoe lang is het dat ik dit nog gedragen heb? Heb ik het echt nodig?"

De meester zegt:

"De dingen hebben hun eigen energie. Ongebruikte zaken, zijn als stilstaand water in huis: een goede plaats voor rot en muggen. Je moet aandachtig zijn en de energie toelaten vrij te vloeien. Als je bijhoudt wat oud is, heeft het nieuwe geen ruimte om zich te doen gelden."

Een oude Peruviaanse legende verhaalt van een stad waar iedereen gelukkig was. Zijn inwoners deden waar ze zin in hadden en verstonden elkaar goed.

Met uitzondering van de burgemeester, want er was niets om te besturen. De gevangenis was leeg, de rechtbank werd nooit gebruikt en het notariskantoor lag stil, want een gegeven woord was meer waard dan een papieren document.

Op een dag gaf de burgemeester enkele bouwvakkers uit een verder af gelegen dorp opdracht een afsluiting te bouwen in het midden van de markt. Gedurende zeven dagen kon men hamers en zagen bezig horen.

Op het einde van de week nodigde de burgemeester iedereen uit voor de inwijding.

De schuttingen werden met veel omhaal weggenomen en men zag . een galg.

Uit vrees werden de rechtbanken ingeschakeld om alles wat voordien onderling was opgelost, te bedingen. Zij gingen tot de notaris om vast t leggen in documenten wat vooraf door een gegeven woord overeengekomen was. En zij begonnen te letten op wat de burgemeester zei, vrezend de regels te overtreden.

De legende vertelt dat de galg nooit gebruikt werd, maar zijn aanwezigheid veranderde alles.

De meester spreekt:

"Vanaf nu - en dit voor de volgende honderd jaar - zal het universum al wie vooroordelen heeft tegenwerken. De energie van de aarde dient hernieuwd te worden. Nieuwe ideeën hebben ruimte nodig. Lichaam en ziel hebben nieuwe uitdagingen van doen. De toekomst staat voor de deur en alle ideeën - uitgezonderd die gebaseerd op vooroordelen - zullen de kans krijgen naar voor te komen.

Wat belangrijk is, zal blijven bestaan en wat onbruikbaar is, zal verdwijnen.

Maar laat elke persoon enkel zijn eigen ideeën beoordelen. Wij zijn niet in staat de dromen van anderen te beoordelen. Het is niet nodig te bewijzen dat het pad van een ander verkeerd is, om het geloof in ons eigen pad in stand te houden.

Iemand die dat doet, gelooft niet in zijn eigen stappen."

Het leven is als een grote wedstrijd, waarbij het doel is, elk zijn eigen Persoonlijke Bestemming te beleven.

We starten allen samen, vriendschap en enthousiasme delend. Maar voor zo ver de wedstrijd vordert, komen er in de plaats van de startvreugde uitdagingen, uitputting, monotonie en twijfels over het eigen kunnen.

We zien dat sommige vrienden de uitdagingen weigeren te aanvaarden - zij blijven in de wedstrijd, omdat je midden de weg niet kunt stoppen. Er zijn er veel zo. Zij doen beroep op de bezemwagen, praten onder elkaar en komen zo aan het einde.

Wij komen op afstand van hen, komen er alleen voor te staan, worden verrast door scherpe bochten en problemen met de fiets.

We beginnen ons af te vragen of het allemaal wel de moeite waard is.

Ja, het is de moeite waard. Geef niet op.

Een meester en zijn leerling rijden door de Arabische woestijn.

De meester maakt van elke gelegenheid gebruik om zijn leerling over het geloof te onderrichten.

"Vertrouw op God", zegt hij, "God laat zijn kinderen niet in de steek."

's Nachts, in hun kamp, vraagt de meester de leerling om de paarden bij een nabije rots te binden.

De leerling gaat naar de rots, maar herinnert zich wat de meester hem verteld heeft.

"Hij wil me waarschijnlijk op de proef stellen", denkt hij, "Ik moet waarschijnlijk de paarden aan God toevertrouwen." En hij laat de paarden ongebonden.

's Morgens ziet de leerling dat de paarden verdwenen zijn.

Opstandig keert hij terug naar zijn meester. "Jij weet niets van God", roept hij uit, "Ik liet de paarden over aan Zijn zorgen, en nu zijn de paarden weg."

"God wilde voor de paarden zorgen", antwoordde de meester, "maar Hij had jouw handen nodig om ze vast te binden."

"Misschien stuurde Jezus enkele van de apostelen naar de Hel om zielen te redden", zegt John. "zelfs in de Hel is niet alles verloren."

Dit idee verrast de dwaler.

John is een brandweerman in Los Angeles en dit is zijn vrije dag.

"Waarom zeg je dat?", vraagt de dwaler.

"Omdat ik hier op aarde door de Hel geweest ben." Ik ga gebouwen binnen die in brand staan en zie mensen wanhopig om te ontsnappen, en vele keren riskeer ik mijn eigen leven om hen te redden. Ik ben maar een klein deeltje van dit universum, ertoe gedwongen de held te zijn in de vele branden die ik bestrijd. Als ik - nietig wezen - tot zoiets in staat ben, beeld je dan in wat Jezus kan! Ik twijfel er niet aan dat enkele van Zijn apostelen de Hel zijn binnen gegaan en daar zielen redden."

De meester zegt:

"Veel primitieve volkeren hadden de gewoonte hun doden te begraven in de foetushouding. Hij wordt herboren, in een ander leven en we moeten hem plaatsen in dezelfde houding als hoe hij hier ter wereld kwam", zeiden ze.

Voor deze beschavingen, was de dood slechts een stap op de weg van het universum.

Beetje per beetje, heeft de wereld haar kalmte verloren bij de aanvaarding van de dood.

Maar het heeft geen belang wat we denken of wat we doen, of waarin we geloven: elk van ons sterft op één of andere dag. Beter is het te doen, zoals de Yaqui-indianen: de dood als een raadgever zien. Altijd vragen: Gezien ik zal sterven, wat is het beste dat ik nu doe?"

Het leven draait niet om raad krijgen of geven.

Als we hulp nodig hebben, is het beter om te kijken hoe anderen hun problemen oplossen of er niet in slagen ze op te oplossen.

Onze engel is steeds aanwezig, en maakt dikwijls gebruik van de lippen van iemand anders om ons iets te zeggen.

Meestal treft ons dit bij toeval, gewoonlijk op een ogenblik dat - hoewel we aandachtig zijn - onze bezigheden ons verhinderen het wonder van het leven te zien. We moeten onze engel toelaten tot ons te spreken op de manier die hij het meest geschikt vindt - wanneer hij denkt dat het nodig is.

De meester zegt: "Raad is de theorie van het leven, in de praktijk is het dikwijls anders."

Op de bus hoorde een padre van de Charismatische Vernieuwingsbeweging in Rio de Janeiro plots een stem die hem zei recht te staan en het woord van Christus daar ter plaatse te verkondigen.

De padre sprak tegen de stem: "Ik zal me belachelijk maken! Dit is geen plaats voor een sermoen."

Maar de stem bleef aandringen dat hij zou spreken.

"Ik ben een timide man, vraag dit alstublieft niet van mij", bracht hij in.

De innerlijke kracht bleef aanhouden. Dan herinnerde hij zich zijn belofte om al de tekens van Christus te aanvaarden.

Verward en verveeld stond hij recht en begon te spreken van de Evangelist.

De medereizigers luisterden in stilte naar hem. Hij keek naar elke passagier en allen keken naar hem. Hij zei al wat in hem opkwam, voltooide zijn sermoen en ging weer zitten.

Tot op vandaag weet hij niet welke taak hij moest uitvoeren op die bus. Maar hij voerde een opdracht uit, daar is geen twijfel over.

Een Afrikaanse medicijnman leidt zijn leerling door de jungle. Hoewel hij al op leeftijd is, begeeft hij zich kwik op weg, terwijl zijn jonge leerling dikwijls uitglijdt en valt.

De leerling krabbelt recht, vloekt, spuugt op de grond en stapt verder achter zijn meester aan. Na een lange tocht, komen ze op een heilige plaats. Zonder even halt te houden, keert de medicijnman zich om en begint aan de terugtocht naar de plaats waar ze vertrokken waren.

"Je hebt me vandaag niets geleerd", zegt de leerling, na nogmaals gevallen te zijn.

"Ik heb je wel iets aangeleerd, maar je bent er niet in geslaagd het te leren," zegt de medicijnman. "Ik heb je willen leren hoe om te gaan met de vergissingen van het leven", antwoordt de medicijnman. "In plaats van de plek, waar je viel, te vervloeken, is het beter dat je eerst uitzoekt waardoor je gevallen bent."

De Vader Overste van het klooster te Sceta werd op een middag bezocht door een kluizenaar. "Mijn geestelijke raadgever weet niet hoe mij richting te geven," zei de kluizenaar. "Zou ik bij hem weggaan?"

De Vader Overste zei geen woord en de kluizenaar keerde terug naar de woestijn. Een week later kwam hij terug om de Vader Overste te bezoeken.

"Mijn geestelijke raadgever weet niet hoe mij richting te geven", zei hij, "ik heb besloten bij hem weg te gaan."

"Dat is wijs", zei de Vader Overste. "Wanneer een mens voelt dat zijn ziel geen aanknoping vindt, kan hij niet om raad vragen. Neem de beslissingen die nodig zijn om je pad in dit leven te gaan."

Een jonge vrouw komt de dwaler spreken:

"Ik wil je iets vertellen", zegt ze. "Ik heb altijd gedacht dat ik de gave had om te genezen, maar ik had nooit de moed om het met iemand te proberen. Tot op een dag mijn echtgenoot erge pijn had in zijn linkerbeen en niemand hem kon helpen. Ik besloot - met enige schroom - mijn hand op zijn been te leggen en te vragen dat de pijn zou verdwijnen. Ik deed dit zonder er echt in te geloven dat ik in staat was hem te helpen en, terwijl ik dit zo deed, hoorde ik hem bidden. 'Heer, gelieve ervoor te zorgen dat mijn vrouw in staat is de Boodschapper van Uw licht en kracht te zijn", zei hij. Mijn hand werd warm en de pijn verdween.

Nadien vroeg ik hem waarom hij op die manier gebeden had.

Hij antwoordde dat het was om mij vertrouwen te geven.

Dankzij die woorden, ben ik vandaag in staat om te genezen."

De filosoof Aristipus genoot van zijn macht aan het hof van Dionysus, de tiran van Syracuse. Op een middag kwam hij Diogenes tegen, die een maaltijd bereidde van linzen. "Als je Dionysus zou willen welwillend zijn, zou je geen linzen moeten eten"., zei Aristipus.

"Als je linzen genoot, zou je Dionysus niet welwillend moeten zijn", antwoordde Diogenes.

De meester spreekt:

"Alles heeft zijn prijs heeft, maar de prijs is dikwijls relatief. Als we onze dromen volgen, kunnen anderen de indruk hebben dat we ongelukkig en ellendig zijn. Maar wat anderen denken, is niet belangrijk. Wat telt is de blijheid in ons hart."

Een man die in Turkije leefde, hoorde over een grote meester in Perzië. Zonder dralen, verkocht hij als zijn bezittingen, zei zijn vrienden vaarwel en ging op zoek naar wijsheid.

Na enkele jaren dwalen, vond hij de hut waar de grote meester leefde.

Met vrees en respect klopte hij op de deur. De grote meester verscheen. "Ik kom van Turkije", zei de man, "Ik ben zover gekomen om jou één enkele vraag te stellen."

De oude man was verrast, en zei "Goed, je mag me één vraag stellen."

"Ik wil duidelijk kunnen formuleren wat ik te vragen heb. Mag ik het in het Turks zeggen?" "Ja", zei de wijze man, "en ik heb je enige vraag al beantwoord. Als er nog iets is dat je wilt weten, vraag het dan aan je hart. Het zal jou het antwoord geven." En hij sloot de deur.

De meester spreekt:

"Het woord is kracht. Woorden veranderen de wereld, alsook de mens.

We hebben allen gehoord dat er gezegd is 'We spreken beter niet over de goede dingen die ons overkomen zijn, want de nijd van anderen kan ons geluk verstoren.'

Niets is minder waar.

Zij die winnaars zijn, spreken met trots over de wonderen in hun leven.

Als je positieve energie loslaat in de ruimte, trekt het meer positieve energie aan, en maakt het zij die jou een goed hart toedragen, gelukkig.

Zij die jou een kwaad hart toedragen en jou benijden, kunnen jou enkel kwaad toebrengen voor zover je hen daartoe in staat stelt. Vrees niet. Spreek over de goede dingen in je leven tegen om het even wie die luisteren wil.

De Ziel van de Wereld heeft behoefte aan jouw geluk."

Een Spaanse koning was trost op zijn afstamming. Hij was ook berucht om zijn wreedheid voor zwakken.

Op een dag liep hij met oudgedienden op een veld in Aragon, waar jaren tevoren zijn vader in de strijd omgekomen was. Daar ontmoetten ze een heilige man, die een berg beenderen aan het uitzoeken was.

"Wat ben je aan het doen?", vroeg de koning.

"Zeer weledele heer Majesteit", zei de heilige man, "toen ik hoorde dat de Koning van Spanje op komst was, besloot ik de beenderen van uw vader uit te zoeken om ze u te geven. Maar, hoe goed ik ook zoek, ik kan ze niet vinden. Het zijn allemaal dezelfde beenderen: van de boeren, de armen, de bedelaars en de slaven."

"Wie is de beste zwaardvechter?", vroeg een strijder aan zijn meester. "

"Ga naar het veld dicht bij het klooster", zei de meester. "Daar is een rots. Ik wil dat je de rots beledigt."

"Waarom zou ik dat doen?", vroeg de leerling."De rots zal niet reageren."

"Val hem dan aan met je zwaard.", zei de meester.

"Ik zal dat evenmin doen", antwoordde de leerling, "mijn zwaard zou breken. En, als ik de rots aanval met mijn handen, zal ik mijn vingers kwetsen en toch niets bereiken. Dat is niet wat ik vraag. Wie is de beste zwaardvechter?"

"De beste is, wie is zoals de rots: zonder een zwaard te trekken, toont hij dat niemand hem kan overwinnen", zei de meester.

De dwaler komt aan te San Martin de Unx, Navarra en vindt de dame die de sleutel bijhoudt van de Romaanse kerk tussen de ruïnes. Zij gaat vriendelijk de nauwe trap voor en opent de deur.

De duisternis en de stilte in de middeleeuwse tempel hebben een emotionele impact op de dwaler. Hij komt in gesprek met de dame, en tijdens het gesprek, wijst hij er op dat, hoewel het volop dag is, er weinig te zien is van de kunstwerken in de kerk.

"De details kunnen enkele gezien worden in de morgenstond." zegt de vrouw. "De legende verhaalt dat de bouwers van de kerk ons wilden aantonen dat God zijn eigen moment heeft om ons Zijn glorie te tonen."

De meester zegt:

"Er zijn twee goden: deze waarover onze leermeesters ons geleerd hebben en deze die ons leert. De god waar de mensen over spreken en de god die tot ons spreekt. De god die we geleerd hebben te vrezen en de god die ons van barmhartigheid spreekt.

Er zijn twee goden. De god die boven ons is en de god in ons dagelijks leven. De god bij wie we in het krijt staan en de god die ons onze schulden kwijtscheldt. De god die ons angst aanjaagt met de Hel en de god die ons de juiste weg toont.

Er zijn twee goden. Een god die ons verplettert met onze zonden en een god die ons bevrijdt met Zijn liefde."

Aan Michelangelo werd gevraagd hoe hij zulke mooie werken kon maken.

"Heel eenvoudig", zei de beeldhouwer, "als ik naar een blok marmer kijk, zie ik het beeldhouwwerk erin. Het enige dat ik moet doen, is het overtollige eraf halen."

De meester spreekt:

"Er is een kunstwerk dat door elk van ons is bestemd voltooid te worden. Dat is de centrale doelstelling in ons leven en - hoe we ons ook om de tuin proberen te leiden - we weten hoe belangrijk het is voor ons welzijn. Gewoonlijk is dat kunstwerk jaren bedolven onder vrees, schuld en twijfel. Maar, als we besluiten wat overtollig is, weg te werken, als we niet meer twijfelen aan ons kunnen, dan zijn we in staat verder te gaan met die opdracht die onze bestemming is.

Dat is de enige manier om eervol te leven."

Een oude man die op sterven ligt, roept een jonge man bij zich en vertelt deze over een heldenverhaal uit de oorlog, waarbij een man geholpen werd om te overleven. De man werd voorzien van bescherming, voedsel en onderdak.

Toen de man gered was en weer op een veilige plaats was, besloot hij zijn redder te verraden en hem aan de vijand over te leveren.

"Hoe ben je ontsnapt?", vroeg de jonge man.

"Ik ben niet ontsnapt. Ik was de verrader", zei de oude man. "maar door het verhaal te vertellen, alsof ik de held was, kan ik begrijpen hoe hij in staat was te doen voor mij, wat hij gedaan heeft."

De meester zegt:

"We hebben allemaal behoefte aan liefde. Liefde is een deel van de menselijke natuur, net zoals eten, drinken en slapen. Soms vinden we ons, heel alleen, kijkend naar een mooie zonsondergang, en we denken: "Deze schoonheid heeft weinig belang, gezien ik ze niet met iemand kan delen.'

Op dergelijke ogenblikken, zouden we ons moeten afvragen hoe dikwijls wij gevraagd worden liefde te geven en we ons afwenden, hoe dikwijls we bang geweest zijn om iemand te naderen en te zeggen dat we hem graag zien.

Let op voor eenzaamheid. Het is een al even erge verslaving als de meest gevaarlijke drug.

Als de zonsondergang voor jou geen zin meer heeft, wees nederig en ga op zoek naar liefde. Weet dat - net zoals andere spirituele zegeningen - hoe meer je geven wilt, hoe meer je terugkrijgt."

Een Spaanse missionaris bezocht een eiland en kwam drie Azteekse heilige mannen tegen. "Hoe bidden jullie?", vroeg de priester.

"Wij hebben maar één gebed", antwoordde één van de Azteken, "we zeggen: 'God, jij bent drie en wij zijn drie. Wees ons genadig."

"Ik zal jullie een gebed aanleren, dat God zal horen.", zei de missionaris.

Hij leerde hen een katholiek gebed en ging zijn weg verder.

Kort voor hij naar Spanje zou terugkeren, liep hij even aan het hetzelfde eiland aan.

Toen het schip de kust naderde, zag de priester de drie heilige mannen hem door het water tegemoetkomen.

"Vader, vader", zei een van hen, "Leer ons alstublieft opnieuw dat gebed waar God naar luistert. We zijn de woorden vergeten."

"Het heeft geen belang", antwoordde de priester, getuigend van het wonder en hij vroeg God vergiffenis om niet begrepen te hebben dat Hij alle talen begrijpt.

De Heilige Johannes van het Kruis leert ons dat we, op ons spiritueel pad, niet moeten uitkijken naar visies, of beweringen moeten aannemen die we horen van anderen op hetzelfde pad. Onze enige steun dient ons geloof te zijn, want dat geloof is duidelijk, helder en is binnen in ons geboren. Het kan niet vertroebeld zijn.

Een schrijver sprak met een priester en vroeg hem hoe het was om God te ervaren.

"Dat weet ik niet", antwoordde de priester. "De enige ervaring die ik tot nu heb, is de ervaring van mijn geloof in God. En dat is het belangrijkste."

De meester zegt:

"Vergevensgezindheid is tweerichtingsverkeer. Telkens wanneer we iemand vergeven, vergeven we ook onszelf. Als we verdraagzaam zijn tegenover anderen, is het gemakkelijker onze eigen fouten te aanvaarden. Zo kunnen we, zonder wroeging of bitterheid, onze benadering van het leven verbeteren. Wanneer we, uit zwakheid, nijd, haat en onverdraagzaamheid rond ons toelaten te vibreren, eindigen we door die vibraties opgeteerd te worden.

Petrus vroeg Christus: "Meester, moet ik de ander zeven keer vergeven?"

Christus antwoordde: "Niet zeven, maar zeventig keer."

De daad van vergiffenis reinigt de sterrensfeer en toont ons het ware Goddelijke licht."

De meester spreekt:

"De oude meesters hadden de gewoonte "personages" te creëren om hun leerlingen te leren omgaan met de duistere kant van hun persoonlijkheid. Veel verhalen over de schepping van dergelijke personages zijn bekende sprookjes geworden.

Het proces is eenvoudig: je hoeft enkel je angsten, je vrees en je ontgoocheling in een onzichtbaar schepsel aan je linkerkant te plaatsen. Hij fungeert als de slechterik in je leven, die je gedrag aanpraat die je liever niet aanneemt - maar je toch doet.

Eens dat personage in het leven geroepen, is het eenvoudiger zijn aanpraten te verwerpen.

Het is uiterst eenvoudig, en daardoor zo efficiënt."

"Hoe kan ik weten wat de beste manier om te leven is?", vroeg een leerling aan zijn meester.

De meester vroeg de leerling een tafel te maken.

Wanneer de tafel bijna klaar was - er moesten enkel nog aan de bovenkant nagels ingeklopt worden - kwam de meester bij de leerling.

De leerling klopte de nagels in met drie precieze slagen. Eén nagel was nochtans wat moeilijker en de leerling moest nog een extra slag geven. Deze sloeg de nagel te diep en het hout spleet.

"Je hand was gewoon geworden aan drie hamerslagen", zei de meester, "Wanneer een handeling gewoonte wordt, verliest het zijn betekenis en kan het schade toebrengen. Elke handeling is jouw handeling, en er is slechts één geheim: laat de gewoonte nooit het bevel overnemen over jouw bewegingen."

Niet ver van de stad Soria, in Spanje is er een kluis uitgegraven in de rotsen.

Enkele jaren geleden leefde er een man die al zijn bezittingen had achtergelaten om zich aan bespiegelingen te wijden. De dwaler zoekt op een herfstnamiddag de plaats en, wanneer hij die vindt, wordt hij er hartelijk ontvangen. Na een stuk brood gedeeld te hebben, vraagt de kluizenaar aan de dwaler hem te vergezellen naar een nabijgelegen stroom om er eetbare paddenstoelen te zoeken.

Terwijl ze stappen, komt er een jongetje nabij, dat zegt: "Heilige man, er is me verteld dat, om verlichting te bereiken, we best vermijden om vlees te eten. Is dat waar?"

"Aanvaard met blijdschap al wat het leven je geeft", antwoordde de man,"bega geen zonde tegen de geest, maar zondig evenmin tegen de gulheid van de aarde."

De meester zegt:

"Als je pad moeilijk is, luister naar je hart.

Probeer zo eerlijk mogelijk met jezelf te zijn en overweeg of je werkelijk je pad volgt en je een prijs voor je dromen betaalt.

Als je dit doet en je leven is toch hard, dan is het ogenblik gekomen om te klagen.

Maar doe het met respect, zoals een kind klaagt bij zijn ouders. Aarzel niet, meer aandacht en steun te vragen.

God is vader en moeder en ouders willen altijd het beste voor hun kinderen.

Het leerproces kan te zwaar vallen en niets belet, een pauze te vragen, wat meevoelen. Maar overdrijf nooit.

Job klaagde op het juiste moment en zijn bezit kwam bij hem terug.

Al Afid klaagde te veel en God luisterde niet meer."

"DI_a!?_ayyyyyRyyyyyyyyyy_y", al dat werk voor niets?

Een gelovig man verloor plots al zijn rijkdom.

Wetend dat God hem hoe dan ook zou helpen, begon hij te bidden: "God, geef me dat ik de loterij win", vroeg hij.

Hij bad zo jaren aaneen, maar bleef arm.

Op een dag stierf hij, en, gelovig als hij was, ging hij recht naar de hemel.

Daar aangekomen, wilde hij niet binnen gaan. Hij zei dat hij heel zijn leven volgens zijn geloof geleefd had en God hem nooit de loterij had laten winnen. "Al wat je me beloofd hebt, was een leugen", zei de man met verachting.

"Ik wilde je laten winnen", antwoordde de Heer, "maar je kocht nooit een lotje."

Een oude, wijze Chinees liep door een sneeuwveld, toen hij een wenende vrouw tegen kwam. "Waarom huil je?", vroeg hij.

"Omdat ik nadenk over mijn leven, over mijn jeugd, over mijn schoonheid die ik in de spiegel zag en over de mannen van wie ik gehouden heb. God is wreed om ons in staat te stellen te herinneren. Hij wist dat ik de lente van mijn leven zou herinneren en wenen."

De wijze man stond daar in de sneeuw en dacht na, terwijl hij naar een vast punt staarde.

Op een bepaald ogenblik hield de vrouw op met wenen.

"Wat zie je daar?", vroeg zij.

"Een veld rozen", antwoordde de wijze man. "God was barmhartig met mij, toen hij me in staat stelde me te herinneren. Hij wist dat ik me in de winter steeds de lente zou kunnen herinneren en glimlachen."

De meester spreekt:

"Iemands persoonlijke lotsbestemming is niet zo voor de hand liggend als hij schijnt. In het geheel niet. Hij kan zelfs oproepen tot een vorm van gevaarlijke actie.

Als we iets willen, dan brengt dit krachtige energie in beweging en kunnen we voor onszelf niet langer de ware betekenis van ons leven verhullen.

Wanneer we iets willen, maken we keuzes en betalen we een prijs.

Iemands dromen volgen, vraagt een prijs. Het kan vragen om oude gewoontes op te geven, het kan ons moeilijkheden opleveren en het kan ontgoocheling teweegbrengen.

Maar hoe hoog de prijs ook is, deze is nooit zo hoog als de prijs die we betalen om onze eigen lotsbestemming niet geleefd te hebben.

Want, op een dag kijken we achter ons, we zien wat we gedaan hebben en luister wat ons hart zegt: "Ik heb mijn leven weggegooid."

Geloof me, dat is de ergste zin die je ooit kan horen."

Een meester had honderden leerlingen.

Ze bidden allen steeds op het juiste ogenblik, uitgezonderd één: een dronkaard.

De leraar riep de dronkaard aan zijn sterfbed en gaf hem al zijn geheime kennis door.

De anderen leerlingen waren boos.

"Wat een schande! We brachten alles op voor een meester die onze kwaliteiten niet kan zien.", zegden ze.

De meester zei: "Ik moest de kennis doorgeven aan de man die ik wél goed ken. Zij die er vroom bijlopen, verhullen meestal hun ijdelheid, hun trots en hun onverdraagzaamheid. Zo kwam ik ertoe, de enige leerling te kiezen, waar ik de fouten wel van kende: de dronkaard."

De Cisterciënzer Vader Marcos Garcia zei:

"Soms neemt God een zegen weg, zodat de persoon beter in zou zien wat het waard is. God weet tot op welk punt hij een ziel op de proef kan stellen - en hij gaat nooit verder dan dat punt. Op zulke ogenblikken zeggen we nooit 'God heeft me verlaten.' Als de Heer ons een proef oplegt waarbij Hij zaken van ons verlangt, dan voorziet hij ons altijd van genoeg zegens - waarschijnlijk meer dan genoeg - om de proef te doorstaan.

Wanneer we ons ver voelen van Zijn aanwezigheid, moeten we ons afvragen:

"Weten we hoe gebruik te maken van wat hij op ons pad gebracht heeft?"

Soms gaan dagen of weken voorbij zonder dat we van iemand affectie krijgen. Zulke periodes zijn moeilijk, wanneer het is, alsof alle menselijke warmte verdwenen is en het leven enkel een zaak van overleven lijkt.

De meester zegt:

"We moeten onze eigen haard onderzoeken. We moeten meer aanmaakhout plaatsen en proberen de donkere kamer die ons leven geworden is te verlichten. Als we ons vuur horen sputteren en het brandend hout horen sissen, en we de verhalen lezen die de vlammen ons vertellen, komt de hoop naar ons terug. Als we in staat zijn om lief te hebben, zijn we in staat om geliefkoosd te worden. Het is slechts een kwestie van tijd."

Op een etentje brak een glas. "Scherven brengen geluk," zei iemand.

Iedereen aan tafel kende dat bijgeloof, maar een rabbi die er ook was vroeg: "Waarom is dat een teken van geluk?"

"Ik zou het niet weten", zei de vrouw van de dwaler "misschien is het een oude manier om de gast gerust te stellen."

"Nee", zei de rabbi, "dat is niet de verklaring. Bepaalde Joodse tradities stellen dat elke mens zijn portie geluk heeft, die hij opgebruikt tijdens zijn leven. Men kan zijn quota interest laten opbrengen, als hij zijn geluk slechts gebruikt, wanneer het echt nodig is of hij kan zijn geluk op een spilzieke manier opgebruiken. Wij, Joden, zeggen steeds 'Geluk gewenst", wanneer iemand een glas breekt. Maar het betekent: "Goed dat je niet van je geluk gebruikt hebt, opdat het glas niet zou breken. Zo kan je je geluk gebruiken voor belangrijker dingen."

Vader Abraham wist dat er nabij het klooster te Sceta een kluizenaar leefde die de naam had een wijs man te zijn.

Hij zocht de man op en vroeg hem: "Als je vandaag een mooie vrouw in je bed vond, zou je jezelf er van kunnen overtuigen dat het geen vrouw is?" "Nee.", antwoordde de man, "maar ik zou mezelf wel onder controle houden."

De priester vroeg verder: "En als je goudstukken in de woestijn vond, zou je dan je zelf er van kunnen overtuigen dat het stenen zijn?" "Nee", antwoordde de wijze man, "maar ik zou mezelf kunnen onder controle houden en ze laten liggen."

De priester vroeg verder: "En als je beledigd werd door twee broeders, één die jou haat en één die jou graag heeft, zou je ze dan als gelijken kunnen behandelen?" De kluizenaar antwoordde: "Zelf als zou het binnenin erg pijn doen, ik zou degene die mij liefheeft op dezelfde manier behandelen als degene die mij haat."

"Ik zal jullie uitleggen wat een wijs man is", zei de priester later aan zijn leerlingen, "het is hij die, in plaats van zijn passies weg te denken, in staat is ze te beheersen."

W.Frasier schreef over het Amerikaanse Westen en was er trots op dat hij het script geschreven had voor een film met Gary Cooper. Hij zei dat hij in zijn leven maar enkele keren kwaad geweest is.

"Ik heb veel geleerd van de pioniers", zei hij, "zij streden tegen de indianen, staken woestijnen over, zochten water en voedsel op afgelegen plaatsen. En al wat in die periode is geschreven, toont een eigenaardig kenmerk: de pioniers schreven en praatten enkel over de goede dingen. Ze zongen liedjes in plaats van te klagen en maakten grappen over hun moeilijkheden. Zo vermeden ze ontgoocheling en neerslachtigheid. Vandaag op mijn 88ste probeer ik hetzelfde te doen."

Deze tekst komt van een gedicht van John Muir:

"Ik wil mijn ziel bevrijden, zodat hij kan genieten van alle giften die de geest bezit.

Als dit mogelijk is, zal ik niet proberen de kraters van de maan te kennen, noch de zonnestralen van de zon naar hun bron te achterhalen. Ik zal niet pogen de schoonheid van een ster te begrijpen, nog de kunstmatige eenzaamheid van de mens.

Wanneer ik leer mijn ziel te bevrijden, zal ik de dageraad volgen en met hem terugkeren in de tijd.

Wanneer ik leer mijn ziel te bevrijden, zal ik in de magnetische velden duiken die stromen in een oceaan waar alle wateren samenkomen om de Ziel van de Wereld te vormen.

Wanneer ik leer mijn ziel te bevrijden, zal ik de prachtige pagina van de Schepping lezen van in zijn begin."

Eén van de vroege symbolen van het christendom is de pelikaan. De reden is eenvoudig: als er geen eten is, pikt de peilkaan met zijn bek in zijn eigen vlees om zijn jongen te voederen.

De meester spreekt:

"We zijn dikwijls niet in staat om de zegens te zien die we ontvangen hebben. Meermaals zien we niet wat Hij doet om ons geestelijk te voeden. Er is een verhaal over een pelikaan die - tijdens een barre winter - zichzelf opofferde door haar eigen vlees aan haar jongen te geven. Toen ze uiteindelijk door zwakte stierf, zei één van de jongen: "Eindelijk! Ik begon dat oude vlees elke dag beu te worden."

Als je niet tevreden bent met wat je wilt doen, maar niet toe in staat bent, hou er mee op, - zelfs als het iets goeds is.

Als de dingen niet vlotten, zijn er slechts twee verklaringen: of je uithoudingsvermogen wordt op de proef gesteld, of je dient van richting te veranderen.

Om te weten te komen welke van de opties de juiste is - gezien ze tegengestelden zijn - maak gebruik van de stilte en het gebed.

Beetje bij beetje zullen de dingen op een rare manier duidelijk worden, tot je genoeg kracht hebt om te kiezen. Eens je gekozen hebt, vergeet helemaal de andere mogelijkheid. En ga dan verder op weg, want God is de God voor de waardige.

Domingos Sabina zei: "Alles komt ten goede uit. Als de zaken niet goed gaan, is het omdat je het einde nog niet bereikt hebt."

De Braziliaanse componist Nelson Motta was in Bahia, toen hij besloot een bezoek te brengen aan Moeder Menininha de Gantois. Hij nam een taxi . Onderweg braken de remmen. De auto tolde in het midden van de weg, maar ze kwamen er met de schrik van af.

Toen hij Moeder Menininha ontmoette, vertelde Motta haar eerst over het bijna gebeurde ongeluk met de auto op de weg.

"Er zijn zaken die reeds geschreven staan te gebeuren, maar God vindt wel een wijze om ze voor ons te omzeilen. Het komt er op neer, dat het een stuk van je lotsbestemming was om op dit punt van je leven betrokken te zijn in een auto-ongeluk.", zei zij. "maar, zoals je ziet, alles gebeurde - en niets."

"Er was iets tekort aan jouw uiteenzetting over de Weg naar Santiago", zei een pelgrim tegen de dwaler, toen ze samen de conferentie verlieten.

Ze zei:"Ik heb vastgesteld dat de meeste pelgrims, hetzij op de weg naar Santiago, hetzij op hun levensweg, steeds pogen hetzelfde tempo te volgen als de anderen. In het begin van mijn pelgrimstocht, wilde ik hetzelfde tempo aanhouden als de rest van mijn groep. Ik werd moe, ik vroeg meer van mijn lichaam dan het aankon, ik was gespannen en het eindigde met problemen met de pezen in mijn linkervoet . Ik kon twee dagen niet stappen, en ik leerde dat, als ik in staat zou zijn Santiago te bereiken, dit enkel zou kunnen op mijn eigen tempo. Ik deed er langer over dan de anderen, en ik was vele stukken van de weg alleen. Maar het was enkel omdat ik mijn eigen tempo respecteerde, dat ik in staat was, de volledige weg af te leggen. Sindsdien, probeer ik dit toe te passen op alle dingen die ik doe in mijn leven."

Croesus, koning van Lydië, had besloten de Perzen aan te vallen, maar wou toch eerst het Griekse orakel raadplegen.

"U bent bestemd om een groot rijk te vernietigen.", zei het orakel.

Verheugd, verklaarde Croesus de oorlog.

Na twee dagen strijd vielen de Perzen Lydië binnen, veroverden de hoofdstad en werd Croesus gevangen genomen.

Boos, vroeg hij zijn Griekse ambassadeur terug te gaan naar het orakel om hen te zeggen hoe verkeerd ze wel geweest waren.

"Nee, u was verkeerd", zei het orakel tegen de ambassadeur, "U vernietigde een groot rijk: Lydië."

De meester zegt: "De taal van de tekens is er om ons de beste weg te wijzen om te handelen. Maar we draaien en keren de tekens al te dikwijls, zodat ze overeenstemmen met onze eigen wensen."

Busaglia vertelt het verhaal van de vierde Koning, die altijd de ster boven Bethlehem zag schijnen, maar steeds te laat kwam op de plaats waar Jezus kon zijn, omdat de armen en behoeftigen hem langs de weg staan hielden en hem om hulp vroegen.

Na dertig jaar Jezus in zijn voetstappen door Egypte, Galilea en Bethanië te volgen, bereikt de koning Jeruzalem, maar opnieuw is hij te laat. Het kindje Jezus was een man geworden, en de koning kwam aan op de dag van de kruisiging.

De koning had parels meegebracht om aan Jezus te geven, maar had alles verkocht om hen te helpen die hij langs de weg was tegengekomen. Er bleef enkel één parel over, maar de Redder was al gestorven.

"Ik heb gefaald in de opdracht van mijn leven", dacht de koning.

Toen hoorde hij een stem: "In tegenstelling tot wat je denkt, was je bij me tijdens mijn ganse leven. Ik was naakt en je kleedde me. Ik had honger en je gaf me te eten. Ik was gevangen en je hebt me bezocht. Ik was in elke arme ziel langs de weg. Dank je voor zovele tekens van liefde."

Een science fictionverhaal vertelt over een maatschappij waar iedereen bij de geboorte bestemd is een taak uit te oefenen: technicus, ingenieur of mechanicus. Slechts enkelen worden geboren zonder vaardigheid: deze worden opgesloten in een asiel voor gekken, gezien slechts gekken niet in staat zijn een bijdrage te leveren aan de maatschappij.

Eén van de gekken komt in opstand. Het asiel beschikt over een bibliotheek waar hij alles dat er te weten is over wetenschap en kunsten tracht te leren.

Wanneer hij denkt genoeg te weten, besluit hij te ontsnappen, maar hij wordt gesnapt en naar een onderzoekscentrum buiten de stad gebracht.

"Welkom", zegt één van de verantwoordelijken van het centrum, "het zijn hen die gedwongen waren hun eigen weg te maken, die we het meest bewonderen. Van nu af aan, mag je doen wat je graag doet, het is immers dankzij mensen als jij, dat de wereld vooruitgang maakt."

Voor het vertrek voor een langere reis, nam een zakenman afscheid van zijn vrouw.

"Je hebt nooit een geschenk voor me meegebracht dat mij waard is", zei ze.

"Je bent een ondankbare vrouw", zei de man, "alles wat ik voor je meegebracht heb, heeft me jaren werk gekost. Wat anders kan ik je meer geven?"

"Iets zo mooi als ik zelf ben."

De vrouw wachtte twee jaar op haar geschenk.

Eindelijk kwam de man terug. "Ik heb iets gevonden dat even mooi is als jij," zei hij, "ik betreurde eerst jouw ondankbaarheid, maar ik wou uiteindelijk doen wat je me vroeg. Ik dacht de ganse tijd dat er niets zo mooi is als jij bent, maar ik heb toch iets gevonden."

En hij gaf haar een spiegel.

De Duitse filosoof F.Nietzsche zei ooit: "Het is de moeite niet over alles te willen redetwisten. Het maakt deel uit van de menselijke natuur om zich nu en dan te vergissen."

De meester zegt: "Er zijn mensen die ook in de kleinste dingen juist willen zijn. Zij laten zichzelf geen vergissing toe. Wat zij met een dergelijke houding bereiken, is vrees om vooruit te komen. Vrees om een fout te maken is een deur die ons opsluit in de burcht der middelmaat. Als we die vrees kunnen overwinnen, hebben we een belangrijke stap in de richting van onze vrijheid gezet."

Een novice vroeg aan de Vader Abt van het Cisterciënzerklooster te Sceta: "Wat moet ik doen om God te behagen?" Vader Nisteros antwoordde: "Abraham aanvaardde vreemdelingen en God was verheugd. Elia hield niet van vreemdelingen en God was verheugd. David was trots op wat hij deed en God was verheugd. De Romeinse republikein was voor het altaar beschaamd om wat hij deed en God was verheugd. Johannes de Doper ging de woestijn in en God was verheugd. Jonah ging naar de grote stad Niniveh en God was verheugd. Vraag je ziel wat hij wil doen. Wanneer je ziel en je dromen in harmonie zijn, behaag je God."

Een Boeddhistische leermeester merkte tijdens een wandeling met zijn leerlingen op, dat zij onderling redetwistten wie de beste was.

"Ik heb vijftien jaar meditatie geoefend", zei er één.

"Ik ben liefdadig geweest sedert ik mijn ouderlijk huis verlaten heb", zei een ander.

"Ik heb steeds de voorschriften van Boeddha gevolgd", zei een derde.

Op de middag hielde ze halt bij een appelboom om te rusten. De takken hingen zwaar van de vruchten naar beneden, zodat ze bijna de grond raakten.

"Wanneer een boom zwaar is van vruchten, neigen zijn takken naar de grond. De ware wijze is nederig? Wanneer een boom geen vruchten draagt, zijn zijn takken arrogant en hoogdravend. De dwaze man denkt altijd dat hij beter is dan de anderen."

Antonio Machado zegt:

"Beetje per beetje, stap voor stap. Padvinder, er is geen weg. Het pad is er, om afgelegd te worden. Door te stappen, wordt de weg gemaakt. En, als je omkijkt, zal al wat je zult zien, de sporen zijn van voetstappen die jouw voeten op een dag opnieuw zullen zetten. Padvinder, er is geen pad. Het pad is er om afgelegd te worden."

Tijdens het Laatste Avondmaal beschuldigde Jezus - met dezelfde hardheid en met dezelfde woorden - twee van zijn apostelen. Beide hadden de misdaden begaan die Jezus voorspeld had. Judas Iscariot zag in wat hij gedaan had en veroordeelde zichzelf.

Petrus zag eveneens in wat hij gedaan had, na driemaal alles ontkend te hebben waar hij in geloofd had.

Maar op het beslissende ogenblik begreep Petrus de ware betekenis van Jezus' boodschap.

Hij vroeg vergiffenis en ging verder, vernederd. Hij kon voor zelfmoord gekozen hebben, maar hij verkoos de andere apostelen in het gezicht te zien en zei waarschijnlijk: "Goed, spreek maar over mijn vergissing zolang de mensheid bestaat. Maar laat me mijn fout rechtzetten."

Petrus begreep dat Liefde vergeeft, Judas begreep er niets van.

Een bekende schrijver wandelde met zijn vriend. Plots stak een jongen de straat over, net voor een aankomende vrachtwagen. Op een fractie van een seconde wierp de schrijver zich voor de vrachtwagen en kon de jongen redden.

Voordat men hem om zijn heldendaad kon roemen, gaf hij de jongen echter een slag in het gezicht. "Beeld je niets in", zei hij, "ik heb je enkel gered opdat je niet de problemen van de volwassenheid zou kunnen ontlopen."

De meester zegt:"Soms zijn we bang goed te doen. Ons schuldgevoel probeert ons steeds te zeggen dat, wanneer we gul handelen, we enkel proberen op anderen indruk te maken. Het is moeilijk voor ons te aanvaarden dat we van nature goed zijn. We verhullen onze goede daden achter ironie en onverschilligheid, alsof het leven synoniem zou zijn voor zwakte."

Jezus keek naar de tafel voor zich en vroeg zich af wat het beste symbool zou zijn voor zijn verblijf hier op aarde.

Op de tafel lagen granaatappels uit Galilea, Zuiderse kruiden, gedroogd fruit uit Syrië en Egyptische dadels.

Hij moet zijn hand uitgestoken hebben naar één van die dingen, toen hij zich plots herinnerde dat de boodschap die hij bracht bestemd is voor alle mensen ter wereld en dat granaatappels of dadels niet overal gekend zijn.

Hij keek om zich heen en bedacht eveneens dat in granaatappels en dadels het wonder van de Schepping zich uit, zonder tussenkomst van de mens.

Dus, nam hij het brood, sprak een dankzegging uit, brak het, gaf het zijn leerlingen en zei: "Neemt en eet hier allen van, want dit is mijn Lichaam."

Er bestaat immers overal brood en brood was, in tegenstelling tot de granaatappels en de dadels, het beste symbool van de weg naar God.

Brood was én vrucht van de aarde én mensenwerk.

De jongleur stopt in het midden van het plein, haalt drie sinaasappelen uit zijn tas en begint ze op te gooien. Mensen komen er rond staan en bewonderen de gratie en elegantie van zijn bewegingen.

"Dat is zowat zoals het leven", zegt iemand die daar met de dwaler staat. "We hebben steeds een sinaasappel in elke hand en één in de lucht. Maar die éne in de lucht maakt het verschil. Hij is opgeworpen met kunde en ervaring, maar volgt zijn eigen weg.
Net zoals de jongleur, gooien we een droom op in de wereld, maar we hebben er niet steeds de controle over. Op zulke ogenblikken, moet je weten hoe jezelf in Gods handen te geven en vragen dat, op het juiste moment, de droom zijn juiste weg volgt en eens voltooid, terug in je hand valt."

Eén van de krachtigste oefeningen voor innerlijke groei bestaat erin te letten op de dingen die we vanzelf doen, zoals ademen, met de ogen knipperen of letten op de zaken rond ons. Wanneer we dit doen, laten we ons brein met grotere vrijheid werken, zonder tussenkomst van onze wensen.

Sommige zaken die ons onoplosbaar schenen geraken opgelost en sommige pijnen die we dachten nooit te kunnen overwinnen, verdwijnen blijkbaar zonder inspanning.

De meester zegt: "Als je in een moeilijke situatie terechtkomt, gebruik die techniek. Het kan wat oefening vragen, maar de resultaten verrassen."

Een man verkoopt vazen op een markt. Een vrouw komt aan zijn stand en bekijkt de vazen. Sommige vazen zijn niet versierd, terwijl anderen met mooie tekeningen bewerkt zijn. De vrouw vraagt de prijs van de vazen. Tot haar verbazing hoort ze dat alle vazen evenveel kosten.

"Hoe kan een zo mooi versierde vaas evenveel kosten als een niet versierde?", vraagt ze. "Waarom evenveel vragen voor een vaas die toch meer tijd en werk gekost heeft?"

"Ik ben kunstenaar", zegt de verkoper. "Ik kan een prijs aanrekenen voor de vaas, maar niet voor zijn schoonheid. De schoonheid krijg je er gratis bij."

De dwaler zat alleen in een kerk. Plots werd hij aangesproken door een vriend. "Ik wil je even spreken", zei de vriend. De dwaler zag in de ontmoeting een teken en begon te praten over wat hij belangrijk vond. Hij sprak van Gods zegeningen, van liefde en dat hij de komst van zijn vriend zag als een teken van zijn engel, want hij had zich het ogenblik voordien, alleen gevoeld, terwijl hij nu gezelschap had.

De vriend luisterde zonder een woord te zeggen, dankte de dwaler en vertrok.

Eerder dan blijheid, voelde de dwaler zich eenzamer dan voordien.

Later werd hij er zich van bewust dat hij in zijn enthousiasme geen acht gegeven had op de vraag van zijn vriend, namelijk om hem te spreken. De dwaler keek neer en zag zijn eigen woorden op de grond liggen.

Want het Universum wilde dat er op dat ogenblik iets anders zou plaats gehad hebben.

Drie feeën waren uitgenodigd op de doop van een prins.

De eerste fee gaf hem de gave om de liefde te vinden.

De tweede fee gaf hem genoeg geld om te kunnen doen wat hij wilde.

De derde gaf hem schoonheid.

Maar, zoals in alle sprookjes, verscheen er een heks.

Ze was boos dat ze niet uitgenodigd was en sprak een vloek uit: "Gezien je al alles hebt, zal ik je nog meer geven: je zal talent hebben in alles wat je doet."

De prins groeide op: mooi, geliefd en rijk. Maar hij kon zijn taak op Aarde nooit voltooien. Hij was een uitmuntende schilder, beeldhouwer, musicus en wiskundige, maar hij kon nooit iets voltooien, omdat hij vlug afgeleid was en aan iets anders wou beginnen.

De meester zegt: "Alle wegen leiden naar hetzelfde punt, maar kies je eigen weg en volg die tot het einde. Probeer niet elke weg te gaan."

Een tekst uit de XVIIIe eeuw door een anonieme schrijver verhaalt over een Russische monnik, die op zoek was naar een geestelijke raadgever.

Op een dag vertelde men hem over een kluizenaar in een dorp die zich dag en nacht wijdde aan de redding van zijn ziel.

Dit gehoord, ging de monnik op zoek naar de heilige man.

"Ik wil dat je mij gidst langs het pad van de ziel", zei de monnik toen hij de kluizenaar gevonden had.

"De ziel volgt zijn eigen weg, en jouw engel zal jou gidsen", zei de kluizenaar, "bid zonder ophouden."

"Ik weet niet zo te bidden. Wil je het me leren?"

"Als je niet weet hoe te bidden zonder ophouden, bid God dan om het je te leren."

"Jij leert mij niets", zei de monnik.

"Er is niets te leren, want je kunt geloof niet overbrengen op de wijze als men wiskunde aanleert. Aanvaard het mysterie van het geloof, en het Universum zal zichzelf openbaren."

De meester spreekt:

"Schrijf! Of het nu een brief is, of een dagboek,

of enkele krabbels terwijl je aan het bellen bent, schrijf!

Door te schrijven komen we dichter bij God en bij de mensen.

Als je je rol in deze wereld beter wilt begrijpen, schrijf dan.

Probeer je ziel in je schrijfsels te leggen, zelfs als niemand je woorden leest, of erger, als iemand er toe kwam te lezen wat je niet wilt dat gelezen wordt.

Schrijven helpt ons om op een eenvoudige manier onze gedachten te ordenen en klaarder te zien in wat ons omringt.

Pen en papier verrichten wonderen.

Zij verlichten pijn, maken dromen waar en brengen verloren hoop terug.

Het woord heeft kracht."

De monniken in de woestijn bevestigden dat het nodig was de engelen toe te laten hun hand in de dingen te hebben. Om dit te bewerkstelligen deden zij dikwijls absurde dingen, zoals tegen de bloemen praten of plots zonder reden beginnen lachen.

De alchemist volgt de 'tekens van God', punten die dikwijls weinig zin hebben, maar uiteindelijk tot iets leiden.

De meester zegt: "Vrees niet om voor gek aanzien te worden - doe die dag iets dat in het geheel niet overeenstemt met alle logica die je geleerd hebt. Gedraag je op een volledig tegenovergestelde wijze dan je geleerd is. Deze kleine handeling kan, hoe klein ook, leiden tot een groots avontuur - menselijk en spiritueel."

Een man met een luxueuze Mercedes Benz rijdt platte band. Als hij de reserveband wil opleggen, ziet hij dat hij geen krik heeft. "Ik zal naar het dichtstbijzijnde huis gaan en vragen of ik er een kan lenen", denkt hij en gaat op weg voor hulp. "Misschien zal de mens aan wie ik het vraag me wel iets aanrekenen om zijn krik te gebruiken", zegt hij tot zichzelf, "zeker als hij ziet met welke auto ik rijd. Met dergelijke auto zou hij me wel toen dollar kunnen aanrekenen. Misschien wel vijftig, want hij weet dat ik de krik nodig heb. Hij kan misschien wel proberen voordeel uit mij te halen en honderd dollar vragen."

En hoe verder hij stapt, hoe hoger de prijs wordt.

Als hij het dichtstbijzijnde huis bereikt en de eigenaar open doet, schreeuwt hij: "Je bent een dief! Een krik is zoveel niet waard! Houd hem maar!"

Wie van ons kan zeggen dat hij nooit zo gehandeld heeft?

Milton Ericsson is de vader van een therapie die door duizenden in de VS wordt toegepast. Toen hij twaalf was, had hij polio. Tien maanden later hoorde hij een dokter tegen zijn ouders zeggen: "Je zoon zal de nacht niet halen."

Ericsson hoorde zijn moeder huilen.

"Wie weet, als ik de nacht wel haal, zou ze zo niet afzien", dacht hij en besloot niet te slapen tot de morgen.

Toen de zon opging, riep hij naar zijn moeder dat hij nog in leven was.

De blijdschap in huis was zo groot, dat hij besloot om telkens te proberen de nacht door te komen om het lijden van de familie te verlichten.

Hij stierf op 75-jarige leeftijd in 1990. Hij liet een aantal belangrijke boeken na over de grote kracht van de mens om zijn beperkingen te overwinnen.

"Heilige man", zei een novice tot Vader Overste, "mijn hart is vol van liefde voor de wereld en mijn hart is wars van alle verzoekingen van de duivel. Wat is de volgende stap?"

De vader vroeg de leerling mee te gaan voor een dringend Heilig Oliesel. Na de familie gerust gesteld te hebben, zag de vader een kist in een van de hoeken. "Wat steekt er die kist in?", vroeg hij.

"De kleren die mijn oom nooit gedragen heeft", zei de nicht. "Hij dacht dat er ooit wel een gelegenheid zou zijn om ze te dragen, maar uiteindelijk zijn ze weggerot in de kist . "Vergeet die kist niet", zei de vader tegen de leerling toen ze weg gingen, "als je geestelijke schatten in je hart hebt, gebruik ze dan hier en nu, anders rotten ze weg."

Mystici zeggen dat wanneer we ons geestelijke weg aanvatten, we dikwijls tot God willen spreken, maar dat we uiteindelijk niet luisteren naar wat Hij ons te zeggen heeft.

De meester zegt: "Ontspan. Het is niet gemakkelijk. We hebben een natuurlijke behoefte om het goede te doen en we denken dat we dit kunnen door steeds maar te werken. Het is belangrijk om te proberen te vallen, op te staan en opnieuw te proberen. Maar laat ons God toestaan ons te helpen. Laat ons, midden in een grote inspanning, naar onszelf kijken, Hem toestaan Zich te openbaren en ons te leiden. Laat Hem ons eens op sleeptouw nemen.

Een pater in de abdij van Sceta werd bezocht door een jonge man die het geestelijke pad wou volgen.

"Betaal gedurende een jaar aan om het even wie jou aanvalt.", zei de pater.

Gedurende twaalf maanden betaalde de jonge man geld aan wie hem aanviel.

Aan het einde van het jaar ging hij terug naar de pater om te leren wat de volgende stap was. "Ga naar de stad en koop eten voor mij", zei de pater.

Van zodra de jongeman vertrokken was, vermomde de pater zich als bedelaar en ging via een binnenweg naar de poorten van de stad.

Toen de jongeman aankwam, begon hij hem uit te schelden.

"Da's goed!", zei de man tot de bedelaar voor hem, "gedurende een jaar moest ik betalen aan wie mij aanviel en nu kan ik me laten uitschelden zonder te moeten betalen."

Toen hij dat hoorde, trok de pater zijn vermomming uit en zei: "Je bent klaar voor de volgende stap, want je hebt leren lachen met de problemen die je tegenkomt."

De dwaler was op stap met twee vrienden in de straten van New York. In het midden van een gewoon gesprek, begonnen beide vrienden plots heftig te discussiëren en bijna elkaar aan te vallen. Later, toen alles wat gekalmeerd was, zaten ze in een bar en verontschuldigde de een zich voor de ander.

"Ik heb opgemerkt," zei hij, "dat het gemakkelijk is een goede bekende te kwetsen. Was je een vreemde geweest, dan had ik mezelf meer kunnen beheersen. Maar omdat we vrienden zijn - en jij kent me beter dan wie ook, was ik veel agressiever. Dat is de menselijke natuur."

Misschien is het de menselijke natuur, maar we moeten er toch tegen vechten.

Er zijn momenten waarop we graag iemand zouden helpen, maar waarop we niets kunnen doen. Hetzij laten de omstandigheden het ons niet toe, hetzij staat de persoon in kwestie niet open voor hulp noch steun.

De meester zegt: "Er is altijd liefde, zelfs op de ogenblikken waarop we ons nutteloos voelen, kunnen we liefhebben - zonder dank, tegenprestatie of beloning terug te verwachten. Als we zo kunnen handelen, wijzigt de energie van de liefde het Universum rondom ons. Als deze energie vrijkomt, is ze steeds in staat haar werk te doen."

Vijftien jaar geleden, tijdens een periode waarin hij zijn geloof volledig verworpen had, was de dwaler met zijn vrouw en een vriend in Rio de Janeiro.

Toen zij iets dronken in een bar, kwam er een oude kameraad binnen, met wie de dwaler de gekte van de jaren 60 en 70 meegemaakt had.

"Wat doe jij nog?", vroeg de dwaler. "Ik ben priester.", zei zijn vriend.

Toen ze naar buiten gingen, wees de dwaler op een kind dat op straat lag te slapen.

"Zie je hoe Jezus begaan is met de wereld?", zei hij.

"Natuurlijk zie ik het", zei de priester, "Hij heeft dat kind daar recht voor jou neergelegd om er zeker van te zijn, dat je het zou zien, zodat je iets zou kunnen doen."

Een groep Joodse wijze mannen kwam samen om de kortste Grondwet ter wereld op te stellen. Het principe voor de vergadering was dat, als één van hen de wetten die de mensen zouden regeren, kon op zeggen in de tijdspanne dat hij op één been stond, hij als de meest wijze man zou aanzien worden.

"Moge God de misdadigers straffen", zei er een.

De anderen vonden dit geen wet, doch een dreiging en de zin werd niet aanvaard.

Op dat ogenblik kwam rabbi Hillel de vergadering binnen, ging op één been staan en zei: "Doe aan anderen niet wat je niet wilt dat zij jou aandoen. Dit is de Wet. Al de rest is juridische commentaar."

Zo werd rabbi Hillel als de meest wijze onder hen aanzien.

De schrijver G.B.Shaw zag bij zijn vriend, de beeldhouwer J.Epstein, in de woonkamer een groot steenblok staan.

"Wat ga je met die steen doen?", vroeg Shaw.

"Ik weet het nog niet. Ik ben nog aan het nadenken," zei Epstein.

Shaw was verbaasd. "Betekent dit dat jij je inspiratie plant? Denk je niet dat een kunstenaar moet vrij zijn om van gedacht te veranderen als hem dat uitkomt?"

"Dat werkt enkel, wanneer je, als je van gedacht verandert, enkel een papiertje van vijf gram tot een balletje hoeft te proppen. Maar, als je met vier ton te maken hebt, moet je dat enigszins anders aanpakken.", zei Epstein.

De meester zegt: "Elk van ons kent de beste manier om zijn werk te doen. Enkel wie met het werk te maken heeft, kent de problemen die er mee gepaard gaan.

Broeder John dacht het volgende: "Ik moet zijn zoals de engelen. Zij doen niet anders dan het aanschijn van God loven."

En die nacht verliet hij het klooster van Sceta en ging de woestijn in.

Een week later kwam hij naar het klooster terug.

De broeder aan de poort hoorde hem aankloppen en vroeg wie daar was.

"Het is broeder John. Ik heb honger."

"Dat kan niet," zei de broeder, "Broeder John is in de woestijn, zichzelf veranderend in een engel. Hij voelt geen honger meer, en hoeft niet langer te werken om zichzelf te onderhouden."

"Vergeef me mijn trots," zei broeder John, "Engelen helpen de mensen. Dat is hun werk en daarom loven zij de glorie Gods. Ik kan dezelfde glorie loven door mijn dagelijks werk te doen."

Bij deze woorden van nederigheid, opende de broeder de poort.

Van alle krachtige vernietigingswapens die de mens uitgevonden heeft, is het woord het meest verschrikkelijke en het lafste.

Vuisten en vuurwapens laten nog sporen van bloed na. Bommen vernietigen huizen en straten. Gif kan opgespoord worden.

De meester zegt: "Het woord kan vernietigen zonder enig spoor na te laten. Kinderen worden gedurende jaren door hun ouders geconditioneerd, mannen worden onterecht bekritiseerd, vrouwen worden systematisch vernietigd door de woorden van hun echtgenoten. Gelovigen worden ver afgehouden van godsdienst door hen, die zichzelf de verkondigers zijn van de stem van God wanen.

Kijk eens na of je van dit wapen gebruik maakt.

Kijk eens na of er van dit wapen tegen jou gebruikt gemaakt wordt.

En verhinder om het even welke van deze om door te gaan.

Een woestijnlegende verhaalt over een man die wou verhuizen naar een andere oase en zijn kameel begon te laden. Hij plaatste zijn kookgerief op zijn rug, zijn kisten met kleren en de kameel nam alles op.

Toen ze vertrokken, herinnerde de man zich een mooie blauwe veer die zijn vader hem gegeven had. Hij ging er om en plaatste die op de rug van de kameel. De kameel stortte in onder het gewicht en stierf.

"Mijn kameel kon niet tegen het gewicht van een veer", moet de man gedacht hebben.

Dikwijls denken we hetzelfde van anderen - zonder te begrijpen dat ons luttel grapje de druppel was die de emmer van afzien heeft doen overlopen.

"De mensen wennen dikwijls aan wat ze in films zien en zij vergeten de ware gang van zaken.", zegt iemand tegen de dwaler.

"Herinner je de film "De Tien Geboden"?

"Natuurlijk, Mozes - Charles Heston - heft zijn staf, de zee gaat open en het volk van Israël kan de Rode Zee doorkruisen."

"In de Bijbel staat het anders", zegt de persoon, "daar geeft God het bevel aan Mozes:'Zeg aan de kinderen van Israël om te stappen' en het is enkel nadat ze zijn beginnen stappen, dat Mozes zijn staf heft en dat het water zich opent. Want het is enkel de moed om het pad te begaan, die het pad in staat stelt zich te openbaren."

Dit is geschreven door de cellist Pablo Casals:

"Ik ben steeds herboren. Elke morgen is een moment om opnieuw te beginnen leven. Tachtig jaar geleden begon ik mijn dag op dezelfde wijze, maar dit betekent niet dat het een mechanische routine geworden is. Het is essentieel voor mijn geluk. Ik ontwaak en ga naar de piano om er twee preludes en een fuga van Bach te spelen. Die stukken zijn een zegen voor mijn huis. Maar deze gewoonte is ook een manier om steeds opnieuw contact te leggen met het mysterie van het leven en het wonder van mens te zijn. Hoewel ik dit al tachtig jaar doe, is de muziek nooit dezelfde. Hij leert me altijd iets nieuws, fantastisch, ongelofelijk."

De meester zegt:

"Aan de ene kant weten we hoe belangrijk het is om God te zoeken, aan de ander kant schept het leven een afstand tussen ons en Hem. We voelen ons vergeten door het Goddelijke, of we zijn in beslag genomen door onze dagelijkse bezigheden. Dit schept een gevoel van schuld, hetzij door een gevoel dat we het leven verwaarlozen omwille van God, hetzij dat we God verwaarlozen omwille van het leven.

Dit ogenschijnlijke conflict is bedrog: God is in het leven en het leven is in God.

Je hoeft je hier enkel meer bewust van te zijn om toeval en lot beter te begrijpen.

Als we de heilige harmonie van ons dagelijks doen onder ogen zien, zullen we steeds op het juiste pad blijven en onze taak vervullen.

Dit is een uitspraak van Pablo Picasso:

"God is een kunstenaar. Hij vond de giraf uit, de olifant en de mier. Eigenlijk zocht hij nooit een bepaalde stijl, hij deed gewoon wat hij wilde doen."

De meester zegt:

"Als we aan onze weg beginnen, hebben we steeds de grootste vrees. We voelen ons verplicht alles juist te doen. We hebben maar één leven te leven . Wie eigenlijk vond de standaard uit van "alles goed doen"? God schiep de giraf, de olifant en de mier - waarom moeten wij een standaard aannemen? Een standaard dient enkel om ons te tonen hoe anderen hun werkelijkheid vastleggen. Soms bewonderen we de modellen van anderen. We vermijden altijd om de fouten van anderen te maken.

Maar de manier om goed te leven - die kunnen we enkel voor onszelf uitmaken."

Enkele vrome Joden baden in de synagoge, toen ze tijdens het gebed een kinderstem het ABC hoorden opzeggen. Zij probeerden zich op het gebed te concentreren, maar de stem herhaalde "A,B,C,D,."

Zij onderbraken de dienst en toen ze rondkeken zagen ze een jongetje dat doorging met hetzelfde deuntje.

De rabbi sprak tot de jongen: "Waarom doe je dat?"

"Omdat ik de heilige verzen niet ken", zei de jongen, "en zo hoop ik dat, als ik het alfabet opzeg, God de letters zal gebruiken om de juiste woorden te vormen."

"Dank je voor deze les", zei de rabbi, "en moge ik aan God zo mijn dagen hier op aarde opdragen op die wijze waarop jij hem jouw letters gaf."

De meester spreekt:

"De geest van God die in ons is kan omschreven worden als het doek in een filmzaal.

Op het doek komen verschillende situaties voor: mensen hebben lief, gaan uit elkaar, er worden schatten gevonden en verre landen ontdekt.

Het heeft geen belang welke film er getoond wordt. Het doek blijft steeds hetzelfde.

Het heeft geen belang of er tranen rollen of bloed vloeit - want niets kan de witheid van het doek besmeuren.

Net zoals het doek, is God aanwezig achter elk moment van geluk of verdriet in het leven?

We zullen hem allen zien als onze film afloopt."

Een boogschutter wandelde in de bossen nabij een Hindoeklooster, bekend om de strengheid van zijn opleiding. In de tuin van het klooster zag hij de monniken drinken en zich amuseren. "Hoe cynisch zijn degenen die de weg naar God zoeken", zei de boogschutter luid, "ze zeggen dat discipline belangrijk is, maar ze bedrinken zich!"

"De oudste van de monniken vroeg: "Als je honderd pijlen na elkaar afschoot, wat zou er dan met je boog gebeuren?" "Mijn boog zou breken.", antwoordde de boogschutter.

"Als iemand zijn grenzen overschrijdt, dan wordt zijn wil ook gebroken", zei de monnik, "Hij die werk en ontspanning niet in evenwicht kan houden, verliest zijn enthousiasme en zal niet ver geraken."

Een koning stuurde een boodschapper naar een ver land met een vredesverdrag om te ondertekenen. Om voordeel te halen uit de reis, zei de boodschapper aan enkele vrienden dat hij belangrijke zaken te doen had in dat land. Zij vroegen hem zijn reis wat uit te stellen. Gezien het een vredesverdrag gold, schreven ze nieuwe richtlijnen uit en wijzigden hun zakenplannen. Toen de boodschapper eindelijk zijn reis maakte, was het te laat om de overeenkomst af te geven. De oorlog brak uit en dwarsboomde de plannen van de koning en de zakenovereenkomsten van de mannen die de boodschapper opgehouden hadden.

De meester zegt: "Er is slechts één zaak belangrijk in ons leven: onze persoonlijke bestemming leven - de opdracht waartoe we bestemd zijn. Maar het draait er steeds op uit dat we ons met details bezig houden die onze droom dwarsbomen."

De dwaler kijkt in de haven van Sydney naar de brug die de twee helften van de stad verbindt. Een Australiër komt naar hem toe en vraagt een advertentie te lezen uit de krant.

"Het zijn nogal kleine lettertjes", zegt hij, "Ik ben thuis mijn bril vergeten en ik kan het niet lezen."

De dwaler heeft evenmin zijn leesbril bij en verontschuldigt zich bij de man.

"Dan zal ik die advertentie maar vergeten".

Zin in nog een praatje, zegt de man: "Het betreft niet enkel ons twee. Gods zicht is ook wat troebel. Niet omdat hij oud is, maar omdat hij dat zo wilt. Als iemand dan dicht bij Hem een vergissing maakt, ziet Hij dat niet helder. Omdat hij niet oneerlijk wil zijn, vergeeft hij die dan."

"En wat met de goede dingen?", vroeg ik.

"Zie je", zegt de Australiër, "God vergeet nooit zijn bril thuis."

En lachend vervolgt hij zijn weg.

"Is er iets belangijker dan het gebed?", vroeg de leerling aan zijn meester.

De meester zei de leerling naar het nabije bos te gaan en er een tak af te snijden.

De leerling gehoorzaamde.

"Is er nog leven in het bos?", vroeg de meester.

"Net zoveel als voordien", antwoordde de leerling.

"Nu, ga dan naar het bos en snijd de wortels door", zei de meester.

"Als ik dat doe, zal het bos sterven", zei de leerling.

"Gebeden zijn de takken van een boom, de wortels het geloof", zei de meester. "Er kan geloof zijn zonder gebed, maar geen gebed zonder geloof."

De Heilige Teresa van Avila zegt:

"Herinner: de Heer heeft ons allen uitgenodigd en, gezien hij de zuivere waarheid is, kunnen we niet twijfelen aan zijn uitnodiging. Hij zei: "Komt allen tot mij die dorstig zijn en ik zal u te drinken geven." Indien de uitnodiging niet voor elk van ons was bestemd, zou de Heer gezegd hebben: "Komt allen tot mij die dit wensen, want je hebt er niets bij te verliezen. Maar ik zal te drinken geven aan wie hiertoe bereid is."

Hij stelt geen voorwaarden. Het is voldoende te gaan en te wensen en iedereen zal het Levenswater van zijn liefde ontvangen."

De zenmonniken gaan voor een rots zitten als ze willen mediteren.

Ze zeggen dan: "Nu ga ik wat wachten op de rots om te groeien."

De meester zegt: "Alles rondom om ons is steeds aan het veranderen. Elke dag schijnt de zon over een nieuwe wereld. Wat wij gewoontes noemen, steekt vol nieuwe mogelijkheden en kansen. Maar we zien niet dat elke dag anders is dan de andere. Vandaag, ergens, wacht er jou een schat. Het kan een glimlach zijn, of een grote overwinning. Dat doet er niet toe. Het leven bestaat uit kleine en grote wonderen. Niets is vervelend, want alles wijzigt elk moment. Verveling is niet van deze wereld.

De dichter T.S.Eliot schreef: "Bewandel vele wegen / keer terug naar huis / en bekijk alles als voor de eerste keer."


Document Info


Accesari: 1218
Apreciat: hand-up

Comenteaza documentul:

Nu esti inregistrat
Trebuie sa fii utilizator inregistrat pentru a putea comenta


Creaza cont nou

A fost util?

Daca documentul a fost util si crezi ca merita
sa adaugi un link catre el la tine in site


in pagina web a site-ului tau.




eCoduri.com - coduri postale, contabile, CAEN sau bancare

Politica de confidentialitate | Termenii si conditii de utilizare




Copyright © Contact (SCRIGROUP Int. 2024 )