Practicum LV1: Handleiding LabVIEW

Practicum gebaseerd op handleiding LabVIEW 5 en onderstaande lijst van wijzingen tussen LabVIEW 5 & LabVIEW 7.0 (Express)

LabVIEW 7.0 (Express)

Wijzigingen t.o.v. handleiding "LabVIEW 5"

Met de overgang van LabVIEW 5 naar LabVIEW 7 hebben we ook een deel van de hardware aangepast. De communicatie tussen de PC en de TABOR functiegenerator is onveranderd gebleven; hiervoor gebr 23423x2324x uiken we nog steeds dezelfde commerciële insteekkaart die werkt via een General Purpose Interface Bus (GPIB) en ook wel wordt aangeduid met de afkorting IEEE. De tweede insteekkaart, die zorgt voor de digitale input/output, is wel drastisch veranderd. Terwijl de oude I/O kaart slecht 3 gecombineerde ADC en DAC poorten met 8 bits resolutie had, biedt de nieuwe kaart een zee van mogelijkheden. Deze nieuwe kaart is een NI PCI-6014 Basic Multifunction DAQ kaart van National Instruments die is uitgerust met 16 analoge input kanalen (16 bits resolutie), 2 analoge output kanalen (16 bits resolutie), 8 digitale I/O lines, 2 counter/timers (24 bits) en een digital triggering kanaal. Al deze kanalen kunnen afzonderlijk geprogrammeerd worden binnen LabVIEW.

Een uitgebreidere beschrijving van beide insteekkaarten is te vinden bij de practicumonderdelen ILV2 en ILV3 (die vroeger P4 en P5 heetten).

Na het starten van LabVIEW moet de keuze "Blank VI" worden gemaakt om aan te geven dat we met een blanco VI willen beginnen. Het is netter om de twee windows van LabVIEW, die al in de inleiding worden geďntroduceerd, met hun volledige naam te benoemen. Gebruik liever de namen Front panel window en Block diagram window in plaats van panel window en block diagram.

Van het front panel window als het block diagram window is de menustructuur in LabVIEW 7 net iets anders dan in LabVIEW 5. Ook zijn er twee extra knoppen bijgekomen; één ter verfraaiing van de uitlijning en een vraagteken voor directe help informatie. Ook het control panel (dat men o.a. met de rechter muisknop kan oproepen) ziet er bij LabVIEW 7 net iets anders uit. Mogelijke wijzigingen spreken hopelijk voor zich en de layout is sowieso ook software-matig instelbaar (door systeembeheerder).

Voor de aanblik van het block diagram window en het bijbehorende function panel gelden dezelfde opmerkingen als hierboven beschreven.

Een andere belangrijke manier om de volgorde van executie te bepalen is door de error in en error out terminals te verbinden.

Het help menu is uitgebreid. Zo biedt help|find examples bijvoorbeeld de mogelijkheid om voorbeeld VIs te bekijken. Dit vervangt de knop "search examples" die in de LabVIEW 5 handleiding wordt genoemd. De optie help|show context help doet hetzelfde en is even handig als het oude help|show help.

Opdracht 3.1

Enkele namen zijn veranderd. Wat vroeger een digital control en digital indicator heette, is nu een numeric control en numeric indicator.

In LabVIEW 7 is de Loop Condition van de While loop al standaard in een Stop if true knop gezet. Zodra de stop knop wordt ingedrukt (en zijn uitgang true wordt) springt het programma uit de while loop.

Opdracht 3.3

Gebruik de representatie I32; de computers zijn te snel om een telling tot lagere waarden goed bij te houden. De NOT gate is vanzelfsprekend niet nodig in de nieuwe while loop van LabVIEW 7.

Opdracht 3.4

Plaats binnen de while loop ook een functions|time&dialog|wait(ms) die je links verbindt met een functions|numeric|numeric control (desnoods aan te roepen door met de rechtermuisknop de ingangsterminal van de wait(ms) subVI aan te klikken) die je met de waarde 100 vult. Deze constructie zorgt er voor dat er per datapunt 100 ms gewacht wordt.

Als je de functions|tutorials|generate waveform subVI niet kunt vinden, zullen de assistenten je helpen met zoeken of hier een vervanging voor geven.

De diverse mogelijkheden om de waveform chart aan te passen zijn wederom verstopt onder de rechter muisknop. Via het menu visible items kun je de layout veranderen. Ook kun je je datapunten b.v. weergeven als een aaneengesloten curve, of als losse punten, of als beiden. Met data operations|clear chart kun je alle data verwijderen en met een schone lei beginnen.

Binnen LabVIEW zijn er meer mogelijkheden om gegevens zichtbaar te maken dan de bij deze opdracht gebruikte waveform chart. Om enig gevoel voor deze mogelijkheden te krijgen moet je maar eens kijken onder één van de items of submenus van help|VI, Function & How to Help .|Contents|Graphs and Charts.